Helen op Natuurlijke Wijze
Praktijk Natuurgeneeskunde
Geertje Swart Hazen
Top 5, 8606 JT Sneek
info @ helenopnatuurlijkewijze.nl
06-29115607 (bereikbaar dinsdag t/m vrijdag 09.30 - 16.30)
Praktijkdagen consulten dinsdag en donderdag
Op maandag gesloten
(praktijk op maandag gesloten)
OP ZONDAG 17 NOVEMBER 2024 KUN JE MIJ
VINDEN OP DE STAND VAN STEF FRERIKS (nr. 608)
OP DE INTERNATIONALE THERAPEUTENBEURS
IN HOUTEN. DAAR BEN IK STEF AAN HET ASSISTEREN
SAMEN MET DE ANDEREN VAN HET TEAM RONDOM
STEF. HIJ GEEFT OP 16 EN 17 NOV. EEN LEZING OVER DE VERANDERING IN DE WERELD.
Je kunt kaarten met korting bestellen op de website
van Stef hier!
VRIJDAG 29 NOVEMBER 2024 GESLOTEN
AANWEZIG BIJ VOL LEVENSLUST EVENEMENT:
Zoek je nieuwe inspiratie en levenslust rondom de demotivatie en chronische vermoeidheid in de werkvelden van onderwijs en zorg?
Maak kennis met je nieuwe weg in je werk, in zorg of onderwijs.
VAN LEVENSCENTRUM SAOL IN RODEN. STANDJE EN LEZING. KIJK VOOR MEER INFO OP DE WEBSITE.
VRIJDAG 20 DECEMBER 2024 - 5 JANUARI 2025
WEGENS KERSTVAKANTIE
Ik ben nu ook in te vliegen als je een verblijf op maat of dagdeel bij Levenscentrum Saol hebt geboekt. Wat ik je kan bieden, kun je hier lezen!
Deze verblijven zijn echt een aanrader om tot rust te komen en alles weer op een rijtje te krijgen in jouw leven.
Nieuwsbrief oktober 2024:
Nieuwsbrief augustus 2024:
Nieuwsbrief juni 2024:
Nieuwsbrief februari 2024:
Nieuwsbrief januari 2024:
Sûn in 2024 - Gelukkig Nieuwjaar - tarieven 2024 en veranderingen
Nieuwsbrief december 2023:
Nieuwsbrief juli 2023:
Nieuwsbrief mei 2023:
Ascentieverschijnselen - Eerherstel Oorspronkelijke Mens
Nieuwsbrief december 2022:
Wasmachine - dagretraite - nieuwe jaar
Nieuwsbrief oktober 2022:
Lezing Lewinski - Energiehuishouding-VijfG en meer
Nieuwsbrief juni 2022:
Helende Codes - Vakantie - Nieuws
Nieuwsbrief april 2022:
Haskerdijken - HSP talent - Nieuws - en meer nieuwe complexen met aprilaanbieding
Nieuwsbrief februari 2022:
NEI - Hogere Zelf - Nieuwe Complexen
Nieuwsbrief december 2021:
Verbinden - Ziek Zijn - Nieuwe Wereld
In deze nieuwsbrief vermeld ik, dat er nieuwe middelen zijn die ingezet kunnen worden bij bijwerkingen van vaccinaties en beschermingsmiddelen. Wil je daarover meer weten, neem dan telefonisch contact met mij op:
06-29115607.
Wil je automatisch mijn nieuwsbrieven ontvangen, meld je dan aan voor de verzendlijst.
* Genezen is iets anders dan ziekte wegdrukken-dr. H. Moolenburgh
* Immuunsysteem en relatie laaggradige ontstekingen
* Immuunsysteem en relatie leptine
* Hooggevoeligheid - angst en gebrek zelfvertrouwen
* Hoogsensitiviteit versus stoornis
* Regenboogschaap - anders voelen
* Engelen
* De opdracht van nieuwetijdskinderen
Ik werk in mijn praktijk met de hoogwaardige essentiële oliën van DoTerra. Dit zijn de puurste en zuiverste oliën om mee te werken. DoTerra oliën zet ik op verschillende manieren in zoals bij massage, aanbrengen op bepaalde reflexpunten op het lichaam of via inademen via luchtverstuivers of sprays. Ze zijn zo puur, dat veel oliën ook in gerechten verwerkt kunnen worden.
Ze zijn een welkome aanvulling op de natuurlijke middelen die ik inzet bij behandelingen. Het geeft cliënten weer de regie over hun leven in bepaalde situaties. En dat is nog maar het topje van de ijsberg wat je met de oliën kunt doen. Helaas kan ik hier er niet over uitweiden, maar ik vertel je graag persoonlijk meer.
Verdere instructies:
Klik bovenin het scherm op 'Winkelen' om te bestellen.
Scroll naar beneden om producten te kiezen die je wilt bestellen.
Klik op de winkelmand.
Let op dat je bij verzendadres, jouw eigen adres invult!
Let op dat je jouw eigen mailadres invult!
Let op: niet iedere olie kan zomaar op de huid worden gesmeerd. Vooral voor kinderen en mensen met een gevoelige huid is het belangrijk even advies te vragen hoe je de olie kunt inzetten. Je hebt namelijk hete oliën die je niet op gevoelige plekjes kunt smeren en oliën die niet samengaan met zonlicht. Neem gerust vrijblijvend contact op.
DoTerra oliën voor in en om huis en in verzorgingsproducten om zelf te maken.
© Helen op Natuurlijke Wijze | Geertje Swart Hazen | Top 5 8606JT Sneek 06 29115607 | info @ helenopnatuurlijkewijze.nl | KvK 59142383
Fotobronnen: eigen foto's, Jeroen Schaaphok, Eeke Vriesema en pixabay.com
* Essentiële oliën DoTerra webshop
* Voedingssupplementen - hoogwaardige kwaliteit
* Boek Ontzettend leuk Anders! bestellen
* Workshop Pendelen leren
Iedereen kan pendelen, want het is een deeltje van je geboorterecht. Ik wil je daarin graag wegwijs maken.
In deze workshop geef ik je aanwijzingen over het pendelen en ga je zelf aan de slag. Ik geef uitleg over hoe je vragen stelt, welke vragen je nooit mag stellen en voorwaarden voor een goed pendelresultaat. Je krijgt een naslagwerk mee om thuis nog eens na te lezen.
Op verzoek kan ik een pendelsteen, die precies bij jou past, uitzoeken en deze kun je aanschaffen met bijbehorend pendelkettinkje. Je krijgt dan ook te horen waarom deze steen zo belangrijk voor je is. Indien je dit wilt, geef dit gelijk even aan bij het aanmelden i.v.m. uitzoeken en bestellen van de steen. De prijs hiervoor is afhankelijk van de steen die eruit komt (dat varieert tussen de € 15,= en € 25,=). Het speciaal gemaakte pendelkettinkje komt op € 12,50.
Neem deze dan mee. En mocht je na afloop van de workshop toch een speciaal uitgezochte pendelsteen willen hebben, dan is dat altijd mogelijk.
Pendelen kan je mogelijkheden verruimen, een aanvulling zijn op je kennis en een beter begrip geven over onszelf en onze medemensen. Ik leer je ook wanneer je wel of niet voor een ander zaken kunt uitpendelen (bijv. je kind of partner).
En zo zijn er nog veel meer keuzemomenten, waarbij contact maken met je energieveld je kan helpen de juiste keuze te maken.
Locatie: mijn praktijk (Top 5, Sneek)
Datum en tijdstip: geef in het formulier aan wanneer je graag zou willen komen. Alleen of met een paar vrienden/vriendinnen.
Investering in jezelf: € 19,95 incl. handout p/p in een groepje (max. 4). € 24,95 voor 1 persoon.
(exclusief aanschaf pendelsteen en kettinkje, want dit hangt af van de prijs van de steen)
Pendelkettinkje los € 12,50.
Ik werk in mijn praktijk o.a. met de hoogwaardige producten en geef deskundig advies bij het bestellen.
Bestellen van producten kan via de mail
of telefonisch op 06-29115607 (van ma-vr 09.30-17.00 uur)
Ik ben ruim 29 jaar distributeur van Pro Natura en heb veel ervaring met de hoogwaardige producten die ze aanbieden. Het innemen van voedingssupplementen is soms nodig, omdat er tekorten zijn ontstaan gezien er niet meer voldoende voedingsstoffen in ons eten zitten. Dit is aangetoond in onderzoeken van TNO en ik kan het ook uittesten bij jou zelf met de spiertest en/of pendel.
Velen van ons hebben een chronisch tekort aan bepaalde stoffen. Fruit wordt vaak onrijp verpakt om ze een lange tijd tijdens transport goed te kunnen houden. De zon heeft dan niet voldoende haar werk kunnen doen om de werkzame stoffen te laten rijpen. Of eten wordt gekoeld opgeslagen om ook geleverd te worden als het eigenlijk het seizoen niet meer is. Groenten worden in kassen op glaswol of andere producten dan aarde gekweekt en akkers zijn vaak overbemest, waardoor we essentiële voedingsstoffen gaan missen. En dan zijn er nog de pesticiden, de E-nummers en andere synthetische stoffen die ervoor zorgen dat vitaminen en mineralen niet goed door ons lichaam worden opgenomen.
Ik kan deze hoogwaardige producten van harte aanbevelen en weet uit eigen ervaring en ervaring met cliënten hoe goed ze werken.
Het blijft lastig om iedere dag alle voedingstoffen binnen te krijgen die het lichaam nodig heeft en door stress en straling worden nutriënten sneller verbruikt door het lichaam dan ze aangevuld kunnen worden.
Ik ben er voorstander van zo weinig mogelijk middelen in te zetten en daarom werk ik ook alleen met hoogwaardige producten, waar ik zelf goede ervaring mee heb.
Kinderleesboek voor sensitieve kinderen van deze tijd.
In dyslectisch lettertype en zo voor iedereen leesbaar!
Voor kinderen rondom 9 jaar of om voor te lezen.
€ 15,50 excl. verzendkosten (€ 6,95).
Te bestellen via dit mailadres. Zet jouw adresgegevens erin. Voor je bestelt, check even bij activiteiten of de praktijk ook gesloten is. In dat geval krijg je later een antwoord dan gewoonlijk.
Je krijgt een factuur toegestuurd. Zodra ik het bedrag heb ontvangen, stuur ik je het boek toe.
Ophalen in Sneek is ook mogelijk.
Wil je een stukje horen van dit boek, kijk dan naar "tante Liset leest voor":
Het is Tijn Touber die dr. Moolenburgh in augustus 2013 interviewt en onderaan vind je het originele artikel als Pdf-bestand. Het interview kwam voorbij via een lieve collega die het mij toestuurde en wil ik graag delen. In dit artikel vertelt dr. Moolenburgh zaken die veel mensen zich (nog) niet bewust zijn en nu ook nog actueel zijn. Ik mag zeggen, dat ik zo 'lucky' ben geweest dr. Moolenburgh nog in levende lijve mee te hebben gemaakt tijdens een lezing van St. Inzicht in 2015 (Kindergeneeskunde - vroeger en nu). Hij was toen al 90 jaar. Zoals hij in het interview beschreven is, kan ik mij daar zo een levendig beeld van terughalen want de zaal vol mensen hing aan zijn lippen.
Op een gegeven moment zette hij een veer op zijn hoofd en zei:
"Een mens is in wezen een brug tussen hemel en aarde. Hij heeft een antenne naar boven zoals die veer die de indianen op hun hoofd hebben en met voeten op de grond staan. Dat is beide nodig om een brug tussen hemel en aarde te zijn. Kijk daar heb je hem (dia met Indiaan met veer op zijn hoofd). Dat rode boven zijn haar daar heeft hij een krans naar boven, dat is de antenne waar alle indianen van weten dat zij een brug zijn tussen de Grote Geest en de aarde. En ik vrees dat wat wij nu aan het doen zijn, onder andere met onze entingen, is de brug naar boven afbreken. Zodat wij alleen nog maar aards zijn, alleen materie. Kinderen worden te vroeg en te vlug de materie ingezogen en worden totaal een brokje stof en zijn hun verbinding naar boven kwijt en dat is wat ik het ergste vind van die massacocktails."
Hans Moolenburgh woont al sinds 1952 in hetzelfde huis. Onlangs kreeg het huis een prijs: voor de mooiste gevel van de stad Haarlem. Een andere prijs voor dezelfde locatie, die ook onderdak biedt aan de praktijk van Moolenburgh was niet minder verdiend geweest: voor de toewijding en het succes waarmee op die plaats al vijftig jaar mensen worden geholpen om ziekten te overwinnen en gezond te blijven. De reden voor het succes van Moolenburgh ligt ongetwijfeld in zijn vermogen om alle gebieden van het leven – het fysieke, geestelijke en emotionele – met elkaar te verbinden. Zijn eigen leven is daarvan een voorbeeld. Hij is bloedserieus en bevlogen, maar barst net zo makkelijk uit in aanstekelijke lachsalvo’s. Hij is vriendelijk en invoelend, maar ook bereid om vertegenwoordigers van onzinnige vitaminepreparaten op de pijnbank te leggen. Het is duidelijk, dat hij is gewend om in het openbaar te spreken. Hij formuleert helder en weet complexe onderwerpen van ziekte en gezondheid begrijpelijk te maken.
Om te begrijpen vanuit welk perspectief Hans Moolenburgh denkt en werkt, gaan we eerst terug in de tijd. Moolenburgh: ‘De grondlegger van de hedendaagse geneeskunde is Louis Pasteur.
Zijn redenering was als volgt:
je hebt een bacterie; die veroorzaakt een ziekte; we moeten iets tegen die bacterie doen. Dat is – in een notendop – de visie van de moderne geneeskunde.
Daarom hebben wij zo gigantisch veel ziekten en komen er steeds meer bij. Het is nauwelijks bij te houden.
Drie van mijn zonen zijn arts.
Soms noemen ze ziekten waarvan ik denk: waar heb je het over?
Voor elke ziekte hebben wij een naam bedacht – meestal die van de ontdekker – en we proberen voor elke ziekte een afzonderlijk geneesmiddel te vinden. Hierdoor ontstaat een soort tunnelvisie. Je ziet alleen de ziekte en het specifieke geneesmiddel.
Alles wat daarbuiten valt, is niet relevant.
Pasteur had een tijdgenoot met een heel andere visie, Claude Bernard. Bernard is de grondlegger van wat je de “terreingeneeskunde” zou kunnen noemen.
Hij geloofde wel dat bacteriën ziekten veroorzaken, maar alleen als het “terrein” daarvoor gunstig is.
Net als in een tuin: als er veel kalk in de bodem zit, groeien er madeliefjes. In vochtige hoeken groeit een vlier of een wilg.
De omstandigheden bepalen de aanwezigheid van organismen, die in die omstandigheden nuttig werk kunnen doen.
Zo kun je bacteriën zien als een soort vuilnismannen, die een vervuild terrein opruimen.
Neem een longontsteking.
Volgens de moderne geneeskunde komt dat door een pneumokok.
De terreingeneeskunde zegt daarentegen: er was sprake van een verstoring van de werking van de longen en pneumokok is alleen maar een vuilnisman die dat probleem komt bestrijden.
Een mesthoop brengt nu eenmaal ratten met zich mee. De terreingeneeskunde legt de nadruk op het schoonmaken van de persoon in kwestie.
Wanneer je – zoals de moderne geneeskunde – slechts de bacterie doodt, zie je de longontsteking – of een andere aandoening – vaak binnen de kortste keren terugkeren.
Met één belangrijk verschil: de pneumokok is nu bestand tegen het gebruikte antibioticum.
Wat we in feite doen, is een ziekte wegdrukken, waardoor er weer een nieuwe tevoorschijn komt, die we vervolgens ook weer wegdrukken. Artsen worden dus opgeleid in wat ik de medische verschuifkunde noem.
Je kunt dat op het ogenblik mooi zien aan het inentingenbeleid.
Er is altijd een bepaalde hoeveelheid mensen per jaar die hersenvliesontsteking (meningitis) krijgt. Die ernstige ziekte wordt onder meer veroorzaakt door de bacteriën hemofilus influenca en door meningokokken A, B en C. Meningokok C was altijd de kleinste groep, totdat alle kinderen een aantal jaar geleden werden ingeënt tegen de hemofilus influenza. Toen die bacterie werd weggedrukt, zagen we plotseling een toename van hersenvliesontsteking veroorzaakt door de Meningokok C. Nu moeten alle kinderen tegen Meningokok C worden ingeënt. Ik durf te voorspellen, dat we over een jaar of drie een toename zien van de meningitis B. Dat is medische verschuifkunde!’
Moolenburgh heeft een grote kinderpraktijk en ziet dagelijks de gevolgen van het huidige inentingenbeleid:
‘Veel kinderen hebben vanaf de tweede of derde enting chronische klachten, zoals huidirritaties, hyperactiviteit of hoofdpijn.
Kinderen worden bij twee maanden al ingeënt. Als het kind veertien maanden is, heeft het drie maal DKTP gehad, drie maal HIB en éénmaal BMR.
Als je bedenkt dat een kind pas met anderhalf een goed werkend immuunsysteem heeft, enten wij veel te vroeg – en veel te veel.
Bovendien zitten er alle mogelijke andere stoffen in de ampullen die niet zo lekker zijn, bijvoorbeeld iets wat op antivries lijkt. Ik heb een hele lijst van alles wat er in zit.’
Moolenburgh werkt met middelen – ontdekt door de homeopathische arts Tinus Smits – die het schadelijke effect van de entingen neutraliseren. ‘Na zo’n ontgiftingskuur – die vooral voor DKTP van belang is – zeggen ouders vaak: “Dokter, ik heb een heel ander kind gekregen”. We moeten goed kijken wat nodig is.
Waarom moet je een jongetje inenten tegen rode hond?’
Moolenburgh valt haast van zijn stoel van het lachen. ‘Zijn we bang dat hij binnenkort zwanger wordt – want dan kun je er last van krijgen?’
Dan weer serieus: ‘Ik ben vóór polio-enting, dat is een rotziekte. Ik ben vóór tetanus, als je dat krijgt, ga je dood. Difterie is er niet meer.
De kinkhoestenting vind ik erger dan de kinkhoest. Je moet zorgen, dat je baby geen kinkhoest krijgt, maar een kind dat borstvoeding krijgt, zal die ziekte niet snel krijgen...
Bof is alleen gevaarlijk voor jongens in de puberteit, dus moet je dat pas enten als een jongen dertien jaar is en nog geen bof heeft gehad.
De mazelen is gemener geworden.
Als mensen die inenting willen geven, moet dat maar. Maar als mensen dan alleen een mazelenenting willen, krijgen ze te horen dat dit niet kan. Het is “economisch onverantwoord”. Dat noem ik veeartsenijkunde. Wij behandelen mensen alsof het een veestapel betreft.’
Het is opvallend hoe gemakkelijk Moolenburgh zich heen en weer beweegt tussen verschillende – voor menig arts tegenstrijdige – werelden. Alternatief, orthodox, homeopathisch, spiritueel, chemisch, psychologisch, hypermodern en oeroud: hij heeft overal kennis van genomen en test het simpelweg op zijn verdiensten. Als het werkt, werkt het en wordt het toegevoegd aan het arsenaal.
Om de terreingeneeskunde te beoefenen, maakt hij gebruik van een oeroud schema, dat van de vier elementen aarde, water, lucht en vuur. ‘Dat klinkt misschien wat mystiek, maar dat is het niet.
Aarde staat voor het vaste, water voor het vloeibare, lucht voor het vluchtige en vuur voor het stralende.
Ik kijk bij een patiënt allereerst naar het vaste, de voeding dus.
Over het algemeen is die bar en boos. Om te begrijpen wat gezond voedsel is, moeten we kijken hoe voedsel ontstaat. Het eerste voedsel ontstaat uit koolzuurgas, water en zonlicht.
Die drie worden in het groene blad omgezet in suikers.
Die suikers worden door het plantenlichaam vervoerd en vervolgens omgezet in eiwitten, vetten en vitaminen.
Vitaal voedsel is voedsel dat zo dicht mogelijk bij de originele bron zit. Daarom is het van belang, dat we rauwe delen van de verse plant binnenkrijgen. Je zou kunnen zeggen, dat daar het meeste zonlicht in zit.
Tegenwoordig kunnen we dat meten met Kirlian-fotografie.
Als je een vers blad onder de lens legt, dan zie je dat het een enorme hoeveelheid licht uitstraalt. Na drie dagen doet het dat niet meer. Bij rauwe melk zie je dat ook. Gepasteuriseerde melk straalt veel minder. Hoe verder je van de bron af komt, hoe zwakker het voedsel wordt.
Een dier eten, is tweedehands voeding eten. Als het dier geen planteneter, maar een vleeseter is, is het voedsel al derdehands. Een varken is bijvoorbeeld een roofdier. Mensen die veel varkensvlees eten, zitten aan het eind van de voedselketen. In die voeding zit niet alleen geen kracht, maar bovendien een hele hoop gifstoffen die wij in ons lichaam opslaan. Dat bleek tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen in Europa de hongersnood uitbrak. De Denen besloten massaal hun varkens te slachten en graan te verbouwen. Ze bleven relatief gezond. Zelfs de Spaanse griep had weinig greep op hen. De Duitsers daarentegen gingen meer varkens fokken om de troepen te bevoorraden. De Spaanse griep heeft vreselijk huis gehouden en er ontstond bovendien op grote schaal kanker.’
Moolenburgh verbaast zich erover hoe weinig belang de gevestigde geneeskunde nog steeds aan goede voeding hecht: ‘Het allerergste is junkfood met kunstmatige kleur- en smaakstoffen – waarvan zoveel kinderen ziek worden – en witte suiker. De Amerikaanse artsen Cleve en Campbell hebben een groot onderzoek gedaan naar witte suiker. Zij noemen het ‘pure white and deadly’. Wij kunnen witte suiker niet goed verwerken, het geeft een schok aan de pancreas en er ontstaan allerlei ziekten. Wij zijn een gekonfijte maatschappij: de hoeveelheid suiker die hier wordt gegeten, is verschrikkelijk. Ik maak me ook grote zorgen over de genetische manipulatie van voedsel. We hebben daarmee iets losgelaten waarvan het eind nog niet in zicht is.
Ik heb de eerste allergieën al gezien bij een kind dat regelmatig soja van de supermarkt at. Toen ze overschakelde op soja van het reformhuis verdwenen de klachten. Maar ze doen ook iets geks. Soja wordt genetisch gemanipuleerd om het bestand te maken tegen de steeds grotere hoeveelheden bestrijdingsmiddelen. Wat ze erin hebben gebouwd, is een gen van het agrobacterium tumofaciens – een parasiet die bij planten kanker veroorzaakt – en een gen uit het bloemkoolmozaiekvirus, dat lijkt op het menselijk hepatitis B-virus. Dan denk ik bij mezelf: ben je dan nooit eens bang voor wat je doet? Maar ja, het gaat om groot geld. Een plant kun je niet patenteren. Als je hem genetisch manipuleert, kan dat wel.’
Na de voedingspatronen van zijn patiënten te hebben onderzocht, kijkt Moolenburgh naar de vochthuishouding. Volgens hem is de kwaliteit van het Nederlandse drinkwater niet best. ‘Daar kwam ik voor het eerst achter, toen ik bij een patiënt op bezoek ging die bij de waterleiding werkt. Ik zag een aantal flessen Spa blauw staan. Hij dronk geen kraanwater omdat hij – zoals hij het zelf zei – “het zelf maakt en weet wat er in zit”. Ik ben het water gaan meten en geef hem gelijk. Niets ten nadele van de waterleiding. Ze doen hun uiterste best, maar het is ondoenlijk om alle rotzooi die wij in het water lozen eruit te halen. Af en toe zit de Rijn vol radioactiviteit of andere gifstoffen. Ik raad mensen dus aan schoon water te drinken. Spa blauw is uitstekend. Voldoende water is essentieel. Ten eerste omdat het ons lichaam schoonspoelt. Vandaar dat er zo min mogelijk mineralen en dergelijke in dat water moet zitten. Ten tweede geeft water direct energie.
Ons lichaam is een soort hydro-elektrische centrale. Wanneer water goed stroomt, krijg je energie. Sommige mensen denken dat ze veel drinken als ze liters thee of koffie drinken. Maar dat is niet hetzelfde als water. Om nog maar te zwijgen over cola. Mensen die veel van dat soort producten drinken, zijn innerlijk verdroogd. Die kun je alleen beter maken door ze zes tot acht glazen Spa blauw per dag te laten drinken. Ik heb een heleboel patiënten hierdoor zien opknappen.
Onze lucht. Er is nu eenmaal veel luchtverontreiniging. Daaraan kan je niet zoveel doen. Maar het probleem wordt onnodig groter doordat mensen slecht ademen.
Ik stuur patiënten vaak naar een fysiotherapeut of yogaleraar om goed te leren ademen.
Dan krijgen ze meer energie.
Op die manier heb ik ook veel mensen kunnen genezen.
En ten slotte het vuur, de straling. Elektromagnetische vervuiling is een zwaar onderschat onderwerp. Ik krijg hier mensen die een gigantische elektrische overlast hebben. Dat is erg gevaarlijk. Onze celmembranen hebben namelijk een bepaalde lading, die tegenovergesteld is aan de lading van het protoplasma van de cel. Als dat evenwicht wordt verstoord, worden de cellen als het ware ontladen. Ze worden poreuzer, waardoor allerlei schadelijke stoffen kunnen binnenkomen. Op die manier kan elektromagnetische vervuiling mensen ziek maken.’
Moolenburgh kreeg twee jaar geleden een meisje van acht op zijn spreekuur. Ze was al een half jaar vreselijk moe. Hij deed alle mogelijke allergietesten, maar het kind reageerde niet. Na een half jaar zei hij tegen de moeder: ‘Meestal lukt het me wel, 85 procent van de kinderen die ik zie, wordt beter. Is er in het afgelopen jaar misschien iets gebeurd dat ik nog niet weet?’ De moeder kon zich niets herinneren, het meisje echter wél. Er bleek een GSM-zender op het dak van de school te zijn gebouwd. ‘Die stoorde onze walkmans,’ vertelde het meisje. De ouders stuurden het kind naar een andere school. Binnen veertien dagen was ze beter. Het effect van elektromagnetische straling blijkt nog een onderschat onderwerp. ‘Er is een flink aantal boeken over elektromagnetische vervuiling geschreven, maar het is nog niet tot de universiteit doorgedrongen,’ zegt Moolenburgh en hij wijst in het bijzonder op het gevaar van de magnetron die in vele huishoudens dagelijks wordt gebruikt: ‘De magnetron doodt alle enzymen en verandert de goede vetten in slechte vetten. Ik heb zelf vastgesteld dat de magnetron enorm veel energie aan mensen ontneemt. Bovendien produceert het ding veel deeltjes, die je ook bij radioactieve vervuiling ziet. Zoals een goede vriend en collega in de Verenigde Staten zegt: “Er is maar een plaats voor de magnetron: de schroothoop!”’
Nadat Moolenburgh met zijn patiënten langs de gebieden van aarde, water, lucht en vuur is geweest en zoveel mogelijk heeft schoongemaakt, kijkt hij naar de rest en werkt dan zo nodig via orthodoxe methoden. Keer op keer ziet hij echter, dat mensen hun leefpatronen maar heel moeilijk veranderen. ‘Ik denk dat het een vorm van luiheid is. Als je naar de dokter gaat, verwacht je een pil. Klaar.
Als ik tegen iemand zeg: “U hebt al drie jaar hoofdpijn, u eet te veel drop en u drinkt niet. U moet elke dag acht glazen water drinken en geen dropjes meer eten”, dan vraag ik inzet van die patiënt. De meeste mensen zijn daartoe niet bereid.
Net als instant voedsel, willen ze instant genezing.
Als er dan een andere klacht bovenop de hoofdpijn komt, wordt het verband ook niet meer gezien.
Het ligt dus niet alleen aan de artsen. Artsen reageren ook op hun patiënten. Als iemand instant genezing wil, denkt de arts ook: “OK, dan krijg je dat”.
Artsen hebben het bovendien erg druk. Nog iets:
door onze opleiding worden wij opgevoed om buitengewoon gehoorzaam te zijn. Op het moment dat je uit de pas loopt, krijg je een hoop gelazer.’
En daar kan Moolenburgh over meepraten. Hij liep regelmatig uit de pas en had regelmatig gelazer.
De strijdbare arts heeft zich zijn leven lang verzet tegen wat hij ‘intellectuele onderdrukking’ noemt. Niet voor niets werd zijn motto:
‘Geloof nooit iets totdat het officieel wordt ontkend’.
Zijn bekendste strijd begon in 1968 toen de regering besloot fluor aan het drinkwater toe te voegen.
Moolenburgh klom in de pen en schreef een stukje in de krant, waarin hij zich verzette tegen het verspreiden van een geneesmiddel via het drinkwater. Hij waarschuwde bovendien voor de toename van kanker.
Die woorden bleken profetisch. Naderhand hebben de Amerikaanse chemici Dean Burk en John Yiamouyiannis in de Verenigde Staten onderzoek gedaan onder twee maal tien miljoen mensen van verschillende steden. Het bleek dat gefluorideerd water de kankersterfte binnen vijf jaar met tien procent doet toenemen. Moolenburgh werd na zijn stukje in de krant op het matje geroepen en moest zich melden bij de inspecteur van de volksgezondheid. Daar speelde zich de volgende dialoog af:
De inspecteur: ‘U maakt de bevolking onrustig’.
Moolenburgh: ‘Maar dat is mijn bedoeling!’
‘Ja maar dat mag u niet.’
‘Waarom niet?’
‘Ik moet u dat verbieden.’
‘Van wie moet u dat?’
Het bleek dat de inspecteur een telefoontje van het ministerie had gekregen. Moolenburgh moest worden berispt, omdat hij het vertrouwen in de medische stand zou ondermijnen. Moolenburgh was de man echter te slim af: ‘Ik heb niet als arts geschreven, maar als burger.’ Overigens hebben we het voor een groot deel aan Moolenburgh en zijn boek over het gevaar van fluor te danken, dat het toevoegen van fluor aan drinkwater in 1976 officieel werd verboden.
De wetenschap kent geen tranen
Moolenburgh schreef een boek over ‘uit de pas lopende artsen’: De wetenschap kent geen tranen. ‘Ik heb een groot aantal processen gezien tegen collegae die werden aangevallen door de officiële geneeskunde, omdat zij kanker niet volgens de richtlijnen hadden behandeld. Het meest absurde voorbeeld was een arts die een kind had genezen, maar werd vervolgd omdat hij het niet met chemotherapie had gedaan. Het probleem ligt echter niet alleen bij de overheid. Er is sprake van een onheilige drie-eenheid: staat, wetenschap, commercie. Het werkt zo: de commercie heeft een nieuw middel gemaakt en laat dat – tegen betaling van een behoorlijk bedrag – onderzoeken door een wetenschapper die liefst verbonden is aan een universiteit. Tegelijkertijd wordt een verzoek ingediend bij de staatscommissie voor de verpakte geneesmiddelen. Als de universiteit het groene licht geeft, dan laten de leden van de staatscommissie het toe op de markt. Deze procedures kosten veel geld en zijn meestal alleen haalbaar voor de farmaceutische multinationals.
Een recentelijk gevormd kartel van de zeven grootste farmaceutische giganten onderstreept de werking van deze drie-eenheid. Tezamen zagen deze farmaceuten kans de Europese wetgeving zodanig aangepast te krijgen, dat een groot deel van de orthomoleculaire middelen en vitaminepreparaten wordt verboden. Dat is een ramp! Ik heb vandaag nog een kwade brief aan de minister geschreven. Er zijn zoveel middelen die het erg goed deden. Het argument is steeds: “Je kunt niet bewijzen dat het helpt”. Dat is logisch, want om dat te bewijzen, moet je voor elk middel minimaal een paar duizend euro betalen om het onderzoek te financieren. Kleine bedrijven hebben het geld niet daarvoor. De grote farmaceutische ondernemingen kregen wel steeds meer last van die kleine bedrijven. Steeds meer mensen kopen namelijk liever natuurlijke vitaminen-, enzym- en mineraalpreparaten, dan al die chemische middelen. Het lijkt waarschijnlijk, dat de giganten de concurrentie van de vele natuurlijke en veilige middelen die het publiek niet in de apotheek van hen koopt, weg willen hebben. Vroeger werden de individuele, uit de pas lopende artsen aangepakt. Nu gebeurt het slimmer; ze pakken ons de middelen af!’
De gevolgen van de ‘onheilige’ drie-eenheid van staat, wetenschap en commercie, ziet Moolenburgh ook in de bestrijding van aids: ‘Het is bekend dat het hiv-verhaal bepaald niet sluitend is. In Afrika werden een aantal ziekten vroeger gewoon bij de naam genoemd: tuberculose, malaria, et cetera. Tegenwoordig noemen ze dat “indicatorziekten voor aids”. Met andere woorden: als iemand zo’n ziekte heeft, dan wordt hij op het aidslijstje bijgeschreven. Logisch dat de aids in Afrika zo’n explosieve groei doormaakt. En die ongelukkige president van Zuid-Afrika maar zeggen: “Waar zijn dan al die miljoenen doden? Ik zie ze niet!” Hij heeft nog gelijk ook. Als je je indicatie verandert wanneer het je zo uitkomt, is het hek van de dam. Maar dat gebeurt veel meer dan we weten en dat is heel erg naar, want het is corruptie van de wetenschap.’
De gangbare aidsbestrijding verloopt ook volgens de Pasteuriaanse traditie: liever een vijand buiten jezelf bestrijden dan verantwoordelijkheid nemen voor je eigen immuunsysteem. En dat is een systeem dat met de dag onder grotere druk komt te staan.
Het chronisch vermoeidheidssyndroom (ME) – volgens Moolenburgh een iets minder kwaadaardig nichtje van aids – is daar een duidelijk voorbeeld van. ‘Het is een verschrikkelijke immuniteitsziekte. Ik zie kinderen vanaf twaalf jaar, die in hun stoel hangen en niets meer kunnen. Het immuunsysteem doet het gewoon niet meer. Ze hebben bijna allemaal de ziekte van Pfeiffer doorgemaakt, bijna allemaal ook andere virusziekten – herpes en dergelijke – en hebben gewrichtsklachten. Vrijwel alles wat je bij die kinderen bekijkt, is negatief. Ik stuur hun bloed op naar een laboratorium in Nieuw-Zeeland. Wat je steeds ziet, is dat de rode bloedlichaampjes star zijn en niet meer door de capillairen kunnen. De patiënten gedragen zich alsof ze een enorm zware bloedarmoede hebben.
Het heeft ook alles met het milieu te maken. We hebben zeventigduizend nieuwe chemische stoffen in ons milieu losgelaten waarvan we nog lang niet allemaal weten welke invloed ze op ons hebben.’
Wat we wél weten, is dat een groot aantal ziekten de laatste tachtig jaar enorm zijn toegenomen.
Moolenburgh beent energiek naar zijn uitgebreide boekenkast en vindt een aantekenblok met de laatste cijfers: ‘De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft berekend, dat hart- en vaatziekten thans veertien maal meer voorkomen dan in 1920, reumatische ziekten zeventien maal, kanker twintig maal, vetzucht vijfendertig maal en allergieën zeventig maal. Dan roepen mensen: “Ja maar we worden ouder. Vroeger werd de mens gemiddeld niet ouder dan vijfenveertig, nu gemiddeld tachtig. Logisch dat we meer kanker krijgen”. Maar dat is een verkeerde statistiek.
Waardoor is de bevolking ouder geworden? Doordat de kindersterfte is verdwenen. Vroeger gingen al die kinderen dood aan longontsteking, dus dat drukte de statistiek enorm. Als je tegenwoordig twintig bent, heb je dezelfde kans om tachtig te worden als de mens van honderd jaar geleden. Alleen vroeger werden veel minder mensen twintig.’
Toen Moolenburgh in 1952 met zijn huisartsenpraktijk begon, was een vrouw met borstkanker eigenlijk altijd ouder dan vijftig. Bovendien waren het er niet zoveel. Thans krijgt een op de acht vrouwen in Nederland borstkanker. ‘Ik zie ze vanaf achter in de twintig jaar. En daarom geloof ik, dat wij onze medische instelling een beetje moeten veranderen. Kanker bestrijden, doe je het best preventief. In schone lichamen krijgen tumoren niet zoveel kans. Die tumoren groeien niet voor niets.’
Ik zou nog uren naar hem willen luisteren. Het is duidelijk dat deze man niet alleen kan putten uit een rijk leven, maar zich bovendien bezighoudt met zaken die ons allemaal aangaan. Zaken van leven en dood. Hij kan ook goed vertellen, gebruikt daarvoor zijn handen, wenkbrauwen en hele lijf.
Hans Moolenburgh is een man met een missie: ‘Op mijn zesde wist ik dat ik arts wilde worden. De zin van mijn leven is dat ik mensen mag helpen genezen. Ik doe dat door de omstandigheden zo te maken, dat hun eigen genezing op gang komt. En dat vind ik schitterend!’
Op zijn zevenenzeventigste is dat vuur nog lang niet gedoofd. En in al die jaren leerde Hans Moolenburgh ook over de soms ongrijpbare, maar altijd aanwezige verbanden tussen geestelijke beleving en fysieke gesteldheid. Het is kenmerkend voor de brede visie van deze arts, dat hij dat kwetsbare thema niet uit de weg gaat.
Moolenburgh: ‘Jaren geleden kwam er een vrouw bij me met borstkanker, uitgezaaid in de longen. Ik behandelde haar. Ze bleef negen jaar goed. Toen kreeg ze een opvlammer, omdat ze door omstandigheden erg moe was geworden. Ik heb haar toen weer wat strenger behandeld en vervolgens ging het weer zes jaar goed. Toen kreeg ze een gigantisch ongeluk. Haar hele been lag in stukken. Ik dacht: “Nu gaat het mis, dit is een te grote aanslag op het immuunsysteem.” Ze werd vijf keer geopereerd, maar er gebeurde niks, de kanker kwam niet terug. Anderhalf jaar later brak de kanker plotseling weer uit. Ik zei: “Mevrouw ik snap niets van u, wat is er gebeurd?” Ze zei: “Het is niet aardig om te zeggen, maar mijn man is met pensioen”. Die vrouw werd stapelgek, ze had geen ruimte meer. Op dat moment werd de kanker, die latent was, weer actief. Ik heb haar aanbevolen een kamer voor zichzelf vrij te maken en iedere dag twee uur alleen op die kamer te zijn. Ze heeft nog jaren geleefd.
Als je mensen emotioneel niet goed begeleidt en je er niet achter komt wat er aan de hand is, dan helpen je leuke alternatieve kankermiddelen ook niet.’
Moolenburgh hamert er overigens op dat zulke emotionele factoren niet bij alle kankerpatiënten rol spelen. Hij bespeurt in het algemeen wel een toenemend gebrek aan zingeving dat een negatief effect op de gezondheid van steeds meer mensen heeft. Een doel om voor te leven, stimuleert genezing van een patiënt op frappante wijze, ontdekte Moolenburg herhaaldelijk.
Zo kwam er eens een vrouw hinkend zijn praktijk binnen. De foto liet een vuistgroot kankergezwel in het bot van haar bekken zien, uitzaaiing van een borstkanker die ze enige jaren tevoren had doorstaan. De toen nog jonge arts raadde haar ogenblikkelijke bestraling aan. Ze weigerde. Ze was lerares Frans, het was april en ze moest haar klas klaar maken voor het eindexamen. Ze had, kortom, geen tijd en zou wel een aspirientje nemen als de pijn te erg werd. Moolenburgh wist zich geen raad. Moest hij haar bellen en dwingen zich te laten behandelen?
Een half jaar later belde ze zelf. Ze had een zware verkoudheid, die maar niet overging. Ze repte echter met geen woord over de heup. Moolenburgh: ‘Maar hoe is het met uw heup?’ De vrouw: ‘Oh, dat is over’. Moolenburgh stond erop een foto te laten maken. En inderdaad: er was niets meer te zien. De reactie van de vrouw: ‘Ik zei toch dat ik er geen tijd voor had!’
Moolenburgh: ‘Het is een van de grote narigheden van deze tijd, dat een heleboel mensen er maar een beetje op los leven en niet meer het gevoel hebben dat het leven zin heeft of dat er een bedoeling achter zit. Ik heb het er nog niet eens over of er een God is of niet, maar gewoon een gevoel van: het is fijn dat ik er ben, ik ben goed bezig, ik begrijp dat ik er ben, ik heb een taak in het leven.
Ik zie veel jongelui die wanhopig zijn en zeggen: “Is dit nu alles?” Als je geen zinvol leven hebt, dan staat je wil om te leven op een laag niveau en die is uitermate belangrijk voor het afweren van ziekten. Het zinverlies in deze tijd is een volkskwaal".
Goed gezond blijven, heeft alles te maken met een goed werkend immuunsysteem. In dit blog probeer ik zo helder en simpel mogelijk uit te leggen wat daar allemaal bij komt kijken. Als we naar de werking van ons immuunsysteem kijken dan zijn een paar zaken van belang.
Gezien vanuit:
Het immuunsysteem is geen tastbaar orgaan. Het is een bewaker tegen indringers en daarvan is de huid de grootste barrière. Zie het maar als een muur om een kasteel om de vijand buiten de deur te houden.
Oorspronkelijk komen de Homo Sapiens (de mens) vanuit Afrika en hebben zich verspreidt over de wereld. Daar kwamen we nieuwe uitdagingen tegen. We moesten ons aanpassen aan een nieuwe omgeving en we moesten een nieuwe immuniteit opbouwen. Dieren kunnen dit niet zo gemakkelijk als de Homo Sapiens dit kan. Wij hebben een zeer complex en flexibel immuunsysteem die veel ziekteverwekkende stoffen (pathogenen) aan kan. Wij zijn bijvoorbeeld blank geworden om meer vitamine D aan te kunnen maken. Tegenwoordig ondermijnt onze leefstijl onze gezondheid en als we deze aanpassen kunnen wij het immuunsysteem versterken.
Als je je ziek voelt, wat doe/voel je dan? Allereerst wil je het liefst op de bank of bed liggen (lichaam wilt rust), heb je geen eetlust (er wordt geen energie ‘verspilt’ aan het spijsverteringssysteem), dan heb je geen zin in sociale contacten (praten kost te veel energie), je hebt ook geen zin in seks (veel te vermoeiend en het lichaam wil niet voortplanten, dus laag libido).
Om een binnendringer uit te schakelen duurt het 4 tot 7 dagen en zolang heeft een actief immuunsysteem alle energie daarvoor nodig. Daarom kom je ook in de rustmodus als je ziek bent. Ziek zijn is een teken van een actief immuunsysteem en onderdrukken met medicatie zal het immuunsysteem op een laag pitje zetten. De meeste mensen schrikken van een actief immuunsysteem: ‘help er is wat met mijn lichaam aan de hand wat niet normaal is’. Als je iets inneemt wat koorts onderdrukt dan ben je de indringer (pathogeen) aan het helpen. Als het immuunsysteem na 7 dagen het nog niet gelukt is om alles weer onder controle te krijgen of je loopt tegen de 40 graden koorts aan, dan pas is het noodzakelijk om in te grijpen met middelen.
Een grote groep mensen is latent ziek, zoiets als light ziek. Dat noemen ze chronisch ziek. Hoe kan dat? Je weet vast wel, dat als je een heftige reactie krijgt bij het ziek zijn zoals koorts, je lichaam hard aan het werk is indringers aan te pakken. Koorts is een mooi middel om beter te worden. Alleen kost dit het lichaam heel veel energie en als het lichaam langdurig wordt belaagd dan creëert het immuunsysteem laaggradige ontstekingen om energie te sparen. Hoesten en diarree zijn een reactie van het lichaam om bacteriën en virussen eruit te duwen. Bij hoesten noemen we dat een productieve hoest. Zie het zo, je hebt een boosdoener, je krijgt een symptoom, maar dat is nog niet de oorzaak. Het onderdrukken van de hoest zal niet de oorzaak wegnemen. Belangrijk is om de tijd te nemen om ziek te zijn. Wat zie je vaak gebeuren? Als je in de rust komt dan word je ziek bijv. in het weekend, met vakantie of als je met pensioen gaat. Herken je dat bij jezelf of anderen? Als je het immuunsysteem als een alarmcentrale ziet, dan wordt hij dag en nacht platgebeld om overal brandjes te komen blussen. Nu is het zo dat ieder orgaan een periode heeft dat het in rust is en een periode met activiteit. Voor het immuunsysteem geldt: overdag slapen en ’s nachts actief. Maar met laaggradige ontstekingen raakt het immuunsysteem overwerkt en het lichaam beschadigd.
Als je nu kijkt naar het COVID19-virus dan was het immuunsysteem bij een grote groep mensen met onderliggende ziekten al heel actief en moest het met een nieuwe indringer nog harder werken. Dat kon het immuunsysteem niet meer aan met de dood tot gevolg. Niet door het virus, maar door een lichamelijke overwerkte immuunreactie.
Er zijn verschillende zaken die het immuunsysteem beïnvloeden zoals leefstijl, voeding en gedrag. Een bijzondere van gedrag is “walging” en ik zal een paar voorbeelden geven:
Vanuit ons oerbrein hebben we schrik van mensen die anders zijn dan ons. Dat had te maken met het overlevingsinstinct vanuit de oertijd. Als we mensen zagen met een handicap, een andere huidskleur, dikke mensen of zieke mensen dan was dat een teken ‘oei er is iets aan de hand met jouw immuunsysteem’. ‘Anders’ is gevaarlijk, het is iets wat pathogenen kan bevatten. Maar ook walging van vieze dingen zoals slijm, snot, spuug etc. zit in ons collectief geheugen. Neofobie (afkeer van alles wat nieuw is) zoals nieuwe smaken hoort ook bij walging. Bij kinderen speelt dit vooral een rol. Tip: dwing ze niet om te eten wat ze niet kennen, maar geef zelf het goede voorbeeld door het zelf te eten. Het kind ziet dan dat het oké is om te proberen. Scheelt veel stress aan de etenstafel. En stress is ook een dingetje die het immuunsysteem beïnvloed.
We beginnen met de buitenwereld, de huid, de ogen, de oren, de mond, de blaas, de vagina en de anus. Dat heeft allemaal te maken met slijmvliezen. Ook de binnenkant van mond tot anus is buitenwereld. Er zitten deurtjes in de slijmvliezen om dingen door te laten naar de binnenwereld. De inhoud van de longen hoort ook bij de buitenwereld. Dit noemen we de ‘first line defence’.
Daarna krijg je de aangeboren barrière, de hersenbloedbarrière, hersenen, bindweefsel, organen, interstitiële ruimte (vloeistof of weefselvloeistof genoemd), lymfevaten, bloedbaan, lever (produceert immuuncellen). Alles wat we opnemen in de binnenwereld gaat eerst naar de lever. Een baby heeft dit al wel, maar nog geen pathogeen immuunsysteem en opgebouwde darmflora. Bij een vaginale geboorte krijgt het kindje al wat binnen via de moeder. De ‘second line defence’.
Als derde heb je de verworven barrière, dat is een lerende barrière door stoffen die het binnenkrijgt te herkennen en er antistoffen te maken. Als er een antistofje is aangemaakt gaat deze direct naar de first line barrière, zodat de databank gelijk wordt aangevuld. Komt deze pathogene indringer dan nogmaals, dan kan het gelijk gestopt worden. Deze barrière levert minder felle ontstekingen (pro-inflammatoire) op. Het gaat zelfs ontstekingen tegen (anti-inflammatoire). De ‘third line defence’.
Ontstekingen in de 1e barrière hebben invloed op de andere barrières.
Het immuunsysteem heeft een paar strategieën om te zorgen dat hij actief kan blijven bij laaggradige ontstekingen. De brandstof van een actief immuunsysteem is glucose (suikers/koolhydraten) - verbruik ca. 300 gr. per dag 100% glucose. Bij het in rust zijn, verbruikt het glutamine, vet, melkzuur en glucose - verbruik glucose 5gr. per dag.
Er zijn maar liefst vier strategieën:
Insulinestrategie: uitzetten van de glucosereceptoren op de cellen, zodat de glucose i.p.v. in de cellen gaat in het bloed blijft zitten en gelijk verbruikt kan worden. Het immuunsysteem kan zelf zorgen dat de alvleesklier minder insuline aanmaakt om glucosegehalte in het bloed hoog te houden. Herkenbaar door alsmaar het signaal te krijgen om te eten en dan vooral de snelle suikers en na het warm eten nog zin in zoet te hebben. Moeite met maaltijden overslaan, suikerdip in de middag en moe na de maaltijd.
Dit gaat vaak samen met leptineresistentie (het verzadigingsgevoel is uitgezet). Hierover heb ik op Facebook een notitie geschreven, die ik ook hier op mijn website ga zetten.
T3-RT3 strategie: door T4 om te zetten in RT3 i.p.v. T3. Bij T3 krijgt de schildklier toestemming om energie over het hele lichaam te verdelen en dwingt het immuunsysteem tot een aerobe stofwisseling (met zuurstof). Het immuunsysteem heeft juist RT3 nodig om actief te blijven. Je kunt dan geen vet meer verbranden (plaatselijk afvallen lukt niet), de schildklier gaat trager werken en vitale organen zoals lever, nieren en spijsvertering worden geremd. Een gevolg is ook vermindering van denkprocessen en leervaardigheid door prestatieverlies van de neocortex in de hersenen. De huid wordt voortdurend afgebroken en verliest zijn elasticiteit. Onderdrukken van het aangeboren immuunsysteem wordt verhoogd door deze strategie en daardoor meer risico op auto-immuunziekten. Herkenbaar door wisselend warm en koud aan te voelen, huidproblemen, initiatiefarmoede, hoge BMI en opstartproblemen. Deze strategie kan samengaan met de insulineresistentie (het niet kunnen opnemen van insuline).
Cortisolstrategie: cortisol stuurt het immuunsysteem naar huis, maar dat wil het niet vanwege de laaggradige ontstekingen. Om dus langdurig actief te kunnen blijven, maakt het de receptoren van de cellen cortisolresistent. Het cortisol kan niet meer aandokken bij de cel om naar binnen te gaan en de boel uit te zetten. Cortisol is ook nodig om adrenaline (die in gevaarlijke situaties zorgt voor de verdeling van energie over het lichaam) weer uit te zetten. De stress kan nu dus niet meer uitgezet worden. Een gevolg is o.a. hoge bloeddruk. Cortisolresistentie is meestal bij mannen herkenbaar aan een harde dikke buik, dunne armen en een bobbel in de nek. Verder herkenbaar aan vetophoping, buikvet wil niet verdwijnen, slechte wondheling, slecht ’s ochtends wakker kunnen worden, verlies van geheugen, botontkalking etc.
Catecholaminestrategie: dit zorgt ervoor dat er voortdurend chronische stress is, zodat noradrenaline (catecholamine) wordt aangemaakt en dat er daardoor voortdurend glucose vanuit de vetcellen (adipocytokinen) wordt gehaald. Herkenbaar zijn hier vermoeidheid, geen afbraak van vetweefsel, lage lichaamstemperatuur (onder de 36 graden), Acné, hoge bloeddruk, energietekort, PCOS (cysten op de eierstokken), acanthosisnigricans (verdikking en donker worden van de huid), overgewicht, diabetes type 2, thermoregulatieproblemen, laaggradige ontstekingen en geen of verlengde reactie op stress of stresstest.
We zijn meer bacterie dan mens. De populatie van slechte bacteriën moet niet te groot worden. De goede bacteriën maken een goede slijmvlieslaag en de slechte bacteriën breken juist deze slijmvlieslaag af. Belangrijk is om eerst de laaggradige ontstekingen die het immuunsysteem actief houden op te lossen. Daarmee kan ik je helpen als natuurgeneeskundig therapeut.
En verder onderstaande tips:
Veel vezels eten van groenten en fruit helpt bij een goede slijmvlieslaag. Geen vezelrijk brood, pasta van granen of peulvruchten, want daar zitten veel antinutriënten in die onze schuifdeurtjes beïnvloeden (denk maar aan o.a. gluten en saponinen).
Eiwitrijk gaan eten, maar weinig uit zuivelproducten. Gebruik daarvoor noten, zaden, quorn, ei, vis, vlees of vleesvervangers. De Gezondheidsraad heeft de aanbevolen hoeveelheid voor eiwitten voor volwassenen vastgesteld op 0,8 gram per kg lichaamsgewicht per dag. Voor vegetariërs en veganisten zijn de aanbevolen hoeveelheden respectievelijk 1,2 en 1,3 maal hoger (ong. 1 gram per kg lichaamsgewicht per dag). Dat komt omdat de eiwitkwaliteit iets minder is dan bij een voedingspatroon met vlees en vis. Veganisten missen daarnaast ook nog de zuiveleiwitten.
Omdat insulineresistentie een rol speel bij het immuunsysteem is het belangrijk weinig koolhydraten te eten. Dit om je alvleesklier waar de insuline wordt aangemaakt, rust te geven. Let op, jouw lichaam heeft wel koolhydraten nodig om glucose van te maken. Dat is de voeding van de hersenen.
Eet verse voeding (geen potjes, zakjes en pakjes met E-nummers en te veel suiker en zout). En eet afwisselend verschillende voeding.
Drink voldoende water: 30 ml. per kilo lichaamsgewicht. Lauw of warm water met citroen of komkommer is basen verhogend en goed tegen de verzuring in het lichaam. Neem geen koude dranken, want dan doof je het vuur van jouw immuunsysteem. Kruidenthee is prima, maar niet met theebladeren erin.
Maximaal 3 eet/drinkmomenten per dag (liefst geen tussendoortjes). Drink grotere hoeveelheden in 1 keer (zo doen de dieren het ook). Dit zorgt voor rust voor jouw immuunsysteem, omdat deze iedere keer actief wordt als we iets in onze mond stoppen.
Intermittent fasting; 16-18 uren geen voedsel tot je nemen. Dat is bijv. na 18.00 uur niet meer eten en dan pas de volgende ochtend 10.00-10.30 uur. Wissel dit ook af en doe dit niet dagen achter elkaar. Immers in de oertijd hadden we ook niet altijd op dezelfde tijden te eten.
Neem goede vetten (Omega-3) zoals lijnzaadolie, avocado, walnotenolie en zalm. Vermijdt de Omega-6 oliën zoveel mogelijk, ze veroorzaken ontstekingen.
Vermijden van stress. Door stress kunnen de schuifdeurtjes in het slijmvlies spontaan opengaan. Het lichaam heeft brandstof nodig bij stress, immers fight-flight-freeze gedrag, en denkt de troep die binnenkomt ruim ik later wel op. Gezonde vette mensen zijn meer stressbestendig, is gebleken. Je hebt stress van binnenuit en van buitenaf. Chronische stress door lichtvervuiling, lawaaivervuiling, nieuwsberichten, leefstijl, slaapgebrek, straling of financiële zorgen. Zorg voor ontspanning door yoga, mindfulness of wandelen in de natuur. Zorg voor bescherming tegen straling. Hier heb ik in meerdere blogs over geschreven.
Bewegen op nuchtere maag zorgt ervoor dat de glycogeen (vorm van glucose) die in de spieren zit eerst wordt opgebruikt. Het is de bedoeling om melkzuur aan te maken, wat wij kennen als verzuring in de spieren. Bovendien maak je lactoferrine aan die bepaalde bacteriën in het lichaam opruimen, waar het immuunsysteem moeite mee heeft en endotoxemie veroorzaken. Er zit het woordje toxisch in en betekent troep in je bloede, dat weer laaggradige ontstekingen veroorzaakt. Voor vrouwen is het belangrijk om de armspieren te trainen en voor mannen de arm en beenspieren. Waarom dat zo is, heeft te maken met onze evolutie. In de oertijd gebruikten de vrouwen hun armen meer bijv. de kinderen dragen, in een boom klimmen als er gevaar dreigde, fruit, noten en zaden verzamelen. Mannen waren op jacht en liepen hele einden, holden achter wilde dieren aan, gooiden met speren, sleepten hun buit mee naar huis en gebruikten dus meer de armen en benen.
Neem zo nu en dan een koude douche, want dat prikkelt op een gunstige wijze het immuunsysteem. Ons lichaam is dat ook gewend vanuit de oertijd. Toen hadden ze nog geen warm water.
Zorg dat je voldoende slaap krijgt. Ga op tijd naar bed. De uren voor 12.00 uur zijn belangrijk. ’s Nachts is het immuunsysteem actief om alle afvalstoffen af te voeren en indringers eruit te werken. Geef het voldoende tijd om dat te doen. Uit onderzoek blijkt dat voldoende slaap het allerbelangrijkste is voor het immuunsysteem! Zet na 18.00 uur een blauw filter op jouw telefoonscherm of laptopscherm of draag een speciale bril met filter. Op gewone brillen kun je een coating krijgen die bluecontrol heet. Geef het lichaam kans om voldoende melatonine aan te maken. Een hormoon dat zorgt dat je lichaam in de rust komt.
Bij tekorten is het noodzakelijk eerst met voedingsupplementen weer aan te vullen, totdat het lichaam weer goed functioneert. Neem vrijblijvend contact op. Ik zet de INTEGRA-methode in om te kijken wat er aan de hand is.
Liefs,
Geertje
Energetisch natuurgeneeskundig therapeut
NB: lees ook het blog over het hormoon leptine en het immuunsysteem
In de uitzending op 1 mei van Eva Jinek was ICU-arts Peter van der Voort aanwezig van het UMC Groningen. Hij sprak over de ontdekking dat er veel van het hormoon leptine werd gevonden in het bloed van Coronapatiënten (90%). Daarbij kwam ook naar voren dat veel patiënten overgewicht, obesitas of diabetes type 2 hadden. Nu is dat voor natuurgeneeskundige therapeuten ook een nieuwsgierige ontdekking, dus dook internationaal kennisinstituut voor kPNI en orthomoleculaire therapie, Natura Foundation in deze materie en deelde deze kennis met therapeuten. En ik wil graag deze informatie met jullie delen, omdat als je de werking begrijpt je ook je lichaam beter gaat voeden en dus je immuunsysteem ondersteunt.
De hormonen leptine en insuline zorgen samen met andere stoffen voor de spijsvertering. Leptine zorgt voor een verzadigingsgevoel en wordt aangemaakt in de vetcellen (adipocyten). Insuline zorgt ervoor dat er suikers (glucose) naar de mitochondriën (onze kerncentrales voor energie) gaan. Als er voldoende voedingsstoffen zijn opgenomen en er is nog leptine over, dan worden er vetcellen aangemaakt om leptine op te slaan.
Als je teruggaat in de evolutie toen we zelf ons eten moesten verzamelen en niet wisten wanneer er weer te eten was, was het nodig om een reserve op te bouwen. De mens die in staat was in tijden van overvloed vet op te slaan, had de beste overlevingskansen als er schaarste was. Het koste vaak ook veel energie om voedsel te verzamelen. Dus een optimale leptine en insuline huishouding was nodig om te overleven. Nu is er altijd en overal voedsel aanwezig en eten we vaak te veel, dus worden er veel vetcellen aangemaakt. Let op, ook slanke mensen kunnen veel vetcellen hebben inwendig om de organen heen. Dus meer vet = meer leptine.
Werking van leptine
Leptine gaat naar de hersenen en informeert het lichaam hoe het met de energievoorraad is. Als er minder vet in de cellen is, is er ook minder leptine en dan krijgt het lichaam geen toestemming om energie te verbruiken. Als er meer vet in de cellen zit, is er ook meer leptine en krijgt het lichaam toestemming om energie te verbruiken en zich voort te planten. Het kan dus zo zijn, dat mensen niet willen bewegen, omdat de hersenen zeggen…ho,ho er is geen energie voldoende. Vanwege de evolutie kunnen we zo goed energie opslaan (vanwege niet iedere dag te eten hebben) en helaas kunnen we het teveel niet afvoeren via de ontlasting.
Activatie van immuuncellen • regulatie verzadiging • energieverdeling • verhogen van de bloeddruk • helpt bij regulatie synthese schildklierhormoon • invloed op de insulinehuishouding • verhoogt de hartslag • betrokken bij de aanmaak van botmassa • betrokken bij de menstruatiecyclus en fertiliteit.
Overgewicht, obesitas en diabetes type 2 leiden tot het aanmaken van meer vetweefsel en met name buikvet (overlevingsenergie). Met meer vetweefsel heb je ook meer vetcellen en dus meer aanmaak van leptine. En net zoals met insuline, waar receptoren ongevoeliger kunnen worden kan dit ook met de leptine gebeuren. Eten we veel te vaak koolhydraten (die in suikers worden omgezet) dan krijg je insulineresistentie. Leptine communiceert met de hypothalamus in de hersenen. Dit orgaan kan ongevoelig worden voor leptine en dan krijg je leptineresistentie. Dan kun je dus de situatie krijgen dat er te veel leptine is en dat je er ongevoelig voor bent geworden en niet kunt opnemen. Het verzadigingsgevoel gaat weg en je krijgt een constant hongergevoel. Je krijgt van de hersenen geen toestemming te bewegen, omdat er niet genoeg energie is, dus ga je weer vet opslaan i.p.v. te verbranden. Je blijft meer eten en krijgt meer vetcellen. Afvallen lukt dan niet.
Nummer 1 is, dat je ’s nachts wakker wordt van de honger (je lichaam vraagt om koolhydraten/suikers). Je hebt overdag grote trek (je kunt geen maaltijd overslaan), je overeet jezelf en verder:
• overgewicht • veel stress • prikkelbaarheid • stemmingswisselingen • hoog triglyceridengehalte • hoog cholesterolgehalte • hoog bloedsuiker • schildklierproblemen • vervette lever • vermoeidheid • slapeloosheid • allergieën • voedselintoleranties • gebrek aan koorts • menstruatieproblemen • erectieproblemen.
Glucose (suikers) is energie voor de hersenen en het lichaam en het immuunsysteem. Glucose zorgt voor een actief immuunsysteem. Als er een onbekende stof het lichaam binnendringt zoals een virus, moet het lichaam een keuze maken waar het de glucose heen stuurt A. naar de rest van het lijf via de mitochondriën of B. naar het immuunsysteem. Bij infectie worden we insulineresistent, want de energie moet naar het immuunsysteem en niet naar de receptoren. Dat zorgt voor leptineresistentie. Je blijft eten om glucose binnen te krijgen. Leptineproductie kan door het immuunysteem zelf worden verhoogd en dat is zeer ontstekingsbevorderend. Hyperleptinemie (te veel leptine) gecombineerd met centrale leptineresistentie geeft een ontstekingsbevorderende activiteit. Ontstekingsbevorderende cytokinen (eiwitten) zorgen dat de vetcellen leptine blijven produceren en hyperleptinemie veroorzaken.
Met meer vetcellen (adipocyten) worden er meer ACE2 enzymen aangemaakt, dat betekent dat er meer aandokstations zijn voor een virus. Het Coronavirus komt via ACE2-receptoren het lichaam binnen. De receptor is het sleutelgat en het virus het sleuteltje. Verhoogde leptinespiegels verhogen de kans op trombose. Verhoogde leptinespiegels in combinatie met LGI (Low Grade Inflammatie= laaggradige ontstekingen) geven een verhoogd risico op ontwikkelen van hoge ontstekingswaarden (hyperinflammatie) bij een Corona-infectie. Leptine meten kan via ‘nuchtere glucose/leptine waardes’ en ‘insuline/leptine waardes’.
Verminderen van de vetcellen via leefstijlinterventies:
Intermittent fasting, dit betekent 16 uren achter elkaar niet eten. Dit klinkt heel lang, maar als je om 18.00 uur eet en dan pas om 10.00 uur ’s ochtends weer, dan valt dit mee. Dit kun je doen om de paar dagen.
Op de nuchtere maag bewegen en begin met kleine oefeningen, omdat het lichaam aangeeft niet te willen bewegen. Herstellen van de insulinegevoeligheid door niet te veel koolhydraatrijk voedsel te eten. Afvallen (let op geen spierverlies, maar vet verbranden) en voeding innemen met een positieve invloed op leptine. De natuurgeneeskundig therapeut weet welke dat is en ook welke te vermijden.
Verder zijn er nog voedingssupplementen die kunnen ondersteunen. Neem daarvoor vrijblijvend contact op.
Liefs,
Geertje
- een casus uit mijn praktijk -
Een praktijkverhaal over angsten en gebrek aan zelfvertrouwen bij een hooggevoelig meisje van 19 jaar. Wegens privacy noemen we dit meisje niet met haar eigen naam. Laten we haar Anja noemen.
Ze vinden dat ik te dom ben
Anja was bezig met een zelfstudie om haar propedeuse te halen. Zij liep tegen angsten aan die het haar lastig maakten om zich te concentreren. Ze had het telkens het gevoel “dit gaat niet lukken”. In gedachten was ze bergen aan het bouwen van de dingen waar ze tegenop zag. Daarbij kreeg ze dwangmatige tikjes zoals onder het bed controleren of er geen insecten zaten, veel haar handen wassen, twijfelen bij invullen van zaken op papier of de computer, schakelaars aan/uit checken, deur op slot checken… alles dubbel en dubbel controleren. Ze vertrouwde haar eigen waarneming niet. Ze werd achterdochtig, wantrouwig en paranoïde. Anja kon er niet tegen als dingen anders dan gepland liepen op een dag. De angst om niet te kunnen presteren op school met als gevolg huilen en in paniek raken. Lichamelijke klachten zoals misselijk worden en verkrampen, moeite met slikken.
Vroeger droomde ze veel over rampen in de wereld en kreeg angst voor deze rampen. Ze begon te dagdromen en weg te vluchten uit de realiteit.
Aan het einde van de middelbare school HAVO, de laatste 2 jaar, had ze een burn-out gekregen. Anja vertelde mij: “Ze vinden dat ik te dom ben”. Ze had VMBO-theoretisch gedaan en daarna de HAVO. Verder had ze last van astma en kreeg daarvoor medicatie.
Wensen
Ze vertelde mij dat ze graag haar studie met goed gevolg wilde afronden. Gemakkelijker kunnen plannen en daar rust in vinden. Ook wilde ze een betere band met haar vader. Ik vraag altijd om 5 zinnetjes te maken van wat je graag wilt in je leven. Dit was wat Anja aangaf:
Oorzaak zoeken
Via Anja’s energieveld en hulp van testbuisjes maak ik contact waar de oorzaak zit van al deze klachten. Ik kijk wat als eerste de aandacht vraagt om verholpen te worden. Dat doe ik met de INTEGRA-methode. Zo kwamen we uit bij een emotionele blokkade die symptomen oproept van angst en moeilijke ademhaling. De blokkade, die ontstaan was door een trauma bij de geboorte, gaf een benauwd gevoel en angst om te stikken. Als baby maakte ze een zwangerschap mee met verplichte bedrust van haar moeder. Ze kwam 1 week te vroeg met het gezicht naar boven (een sterrenkijker). Zwakke persweeën bij de moeder en daardoor moest er hard mee worden geperst. Een moeizame bevalling en als baby moet ze zich heel benauwd en angstig hebben gevoeld tijdens de geboorte. Dit trauma is opgeslagen in haar celgeheugen en werd door situaties in haar leven waar ‘druk’ op stond getriggerd. Zoals de druk om te moeten presteren bij haar studie. De medicatie voor astma gaf bijwerkingen op de darmen. Vaccinatieresten van de BMR-prik zweefden nog in het lichaam en afvalstoffen konden niet goed worden afgevoerd en gaven verstoringen in haar systeem. Haar immuunsysteem was overgevoelig geworden en stond onder druk met daarbij nog aanleg voor tuberculose (dit had haar moeder vroeger gehad).
Belangrijk te weten is, dat onze darmen ook wel ons tweede brein worden genoemd. Vandaar ook de link met onrustige gedachten, angsten en niet kunnen concentreren. Via een kleurtekening van de aura en de chakra’s kwamen zaken vanuit het verleden boven water die te maken hadden met jezelf veilig voelen, kwetsbaar in het leven staan, boosheid naar een familielid, zeer gevoelig zijn voor sferen en stemmingen, heldervoelend zijn en weinig vertrouwen hebben in eigen capaciteiten.
Aanpakken oorzaak
In Anja haar geval waren bovenstaande zaken de oorzaken, maar dat is voor iedereen weer anders. Dat is het mooie van het uitzoeken van de oorzaak via het energieveld. Er is voor Anja een behandelplan gemaakt om de oorzaak weg te halen en het lichaam bij het helen te ondersteunen. Daarnaast zijn er oefeningen aangeleerd om het energieveld schoon te maken en te managen om het overnemen van emoties te voorkomen.
Na het vierde consult koppelde Anja terug, dat ze zich zekerder van zichzelf voelde, zich geen zorgen meer maakte over haar studie, geen paniekaanvallen meer had en zich kalm voelde.
Resultaat
Een jaar later ontving ik een mail van haar, waarin ze vertelde haar plek gevonden te hebben en zich erg gelukkig te voelen. Ze was geslaagd voor haar propedeuse en had zelfs al haar eerste studiejaar in het buitenland gehaald en was voor alles geslaagd. In het begin was ze even bang geweest. Ze kreeg te horen dat ongeveer 20% het eerste studiejaar in één keer haalt. Ook is de druk die op de studenten gezet wordt, door zowel het werk wat ze krijgen als door de docenten, erg groot.
Toch is het goed gekomen en heeft ze het gevoel dat ze alles uit haar leven haalt.
Anja schreef: “In een korte tijd heb ik hier enorm veel mogen leren. Ook ben ik nog nooit zo enthousiast geweest en heb ik zoveel plezier gehad in wat ik leer. Ik ben daarnaast nu 6 maanden samen met mijn vriend waar ik erg dankbaar voor ben. Ik voel me gelukkig en mijzelf. Tevens denk ik dat we veel van elkaar leren. Ik merk dat we elkaar helpen en dat we beetje bij beetje veranderen. Af en toe ben ik nog bang of paniekerig, maar het is geen probleem meer wat ik niet kan verhelpen. Ik doe zo veel mogelijk de aardeoefening wat mij dagelijks veel helpt.
Bedankt voor alle hulp! Ik geniet van mijn leven en ik zie de toekomst met enthousiasme in plaats van angst.”
Wil je meer lezen over hoe je energieveld werkt, lees dan hier verder.
Of meer lezen over de INTEGRA-methode, lees dan hier verder.
Hoogsensitiviteit heeft overeenkomsten met ADHD, ADD, autisme, PDD-nos, Asperger, maar er is wel duidelijk verschil te herkennen. In dit blog geef ik een samenvatting van onderzoeken die beschreven zijn in boeken door:
Elaine N. Aron – schrijfster van het boek “Het hoogsensitieve kind”
Gerarda van Veen – schrijfster van het boek “Wegwijs in gevoeligheid”
Esther Bergsma – schrijfster van het boek “Hoogsensitieve kinderen”
Aron, een Amerikaanse psychologe heeft wetenschappelijk onderzoek gedaan naar hoogsensitiviteit en een definitie gemaakt voor HSP (High Sensitive Person):
“Hoogsensitieve personen zijn mensen die zijn geboren met de neiging veel dingen op te merken in hun omgeving en diep te reflecteren alvorens te handelen, in vergelijking met degenen die minder opmerken en snel impulsief handelen”.
De kernkwaliteit van HSP is invoelend vermogen, wat betekent dat ze zich goed in de ander kunnen verplaatsen. Daarbij een hoge mate van gewetensvol gedrag vertonen. Een innerlijk aangeboren besef hebben van de gevolgen van een uitspraak of daad. Psychologe Aron heeft een vragenlijst voor HSP gemaakt die ook veelvuldig op internet terug te vinden is.
1. snel schrikken
2. last hebben van kleren die kriebelen, naden in sokken of kledingmerkjes
tegen zijn/haar huid
3. over het algemeen niet houden van grote verrassingen
4. meer leren van een vriendelijke terechtwijzing dan van een strenge straf
5. gedachten lijken te kunnen lezen
6. moeilijke woorden gebruiken voor zijn/haar leeftijd
7. elk vreemd geurtje ruiken
8. een scherpzinnig gevoel voor humor hebben
9. zeer intuïtief lijken
10. moeilijk in slaap te krijgen na een opwindende dag
11. moeite hebben met grote veranderingen
12. zich willen verkleden als zijn/haar kleren nat of zanderig zijn
13. veel vragen stellen
14. perfectionist zijn
15. oog voor het verdriet van anderen hebben
16. meer van rustige spelletjes houden
17. diepzinnige, beschouwende vragen stellen
18. zeer gevoelig voor pijn zijn
19. slecht tegen een luidruchtige omgeving kunnen
20. oog voor detail hebben (iets wat van plaats is veranderen, een verandering in
iemands uiterlijk o.i.d.)
21. eerst kijken of het veilig is alvorens ergens in te klimmen
22. het best presteren als er geen vreemden bij zijn
23. de dingen intensief beleven
Bij meer dan 13 vragen die met een ‘ja’ zijn beantwoordt, is er sprake van hoogsensitiviteit. De mening van Aron echter is, dat ook 1 tot 2 vragen met ‘ja’ beantwoordt in extreme mate op hoogsensitiviteit kunnen wijzen. Gerarda van Veen, schrijfster van Wegwijs in gevoeligheid en medeoprichter en coördinator van Landelijk infopunt Hoog Sensitieve kinderen (LiHSK) haalt in haar boek deze mening van Aron aan.
Van Veen is van mening, dat een diagnose van HSP alleen gesteld kan worden als er een compleet beeld is van zowel gedrag thuis, op school, bij rustmomenten en stressmomenten in diverse situaties.
Indien vragen 2, 5, 7, 9, 10, 13 en 23 met een ‘ja’ zijn beantwoordt en je kijkt naar de kenmerken van ADHD en ADD, dan zijn deze kinderen impulsief en niet reflecterend. Ze hebben een sterke innerlijke onrust en spanning, zijn druk en doen/zeggen dingen zonder nadenken. Ze zijn weinig opmerkzaam hoe dit op de ander overkomt. Bij ADD resulteert de innerlijke onrust en spanning in een meer trage en apathische houding. Ze dromen weg, stellen dingen uit en zijn moeilijk te bereiken. HSP-kinderen zijn juist wel reflecterend, denken langer na en het duurt dan ook wat langer voordat je antwoord krijgt of dat ze handelen.
Indien vragen 2, 3, 6, 7, 10, 18 en 19 met een ‘ja’ zijn beantwoord in relatie met PDD-nos, is het verschil met HSP dat deze kinderen moeite hebben met invoelendheid, moeite om sociale informatie te verwerken, non-verbale communicatie niet begrijpen en moeite hebben contacten te leggen. In stresssituaties vallen ze boos uit naar anderen en zeggen onopzettelijk kwetsende dingen. HSP-kinderen willen juist de harmonie bewaren.
Bij hoogsensitiviteit is er sprake van een combinatie van zintuiglijke gevoeligheid, slimheid, invoelendheid, zekere behoedzaamheid, intuïtie, creativiteit, gewetensvol gedrag en gevoelig zijn in sociaal gedrag. Een onderlinge samenhang is belangrijk bij de diagnose HSP.
Esther Bergsma heeft haar onderzoek n.a.v. twee enquêtes gedaan. De eerste met 635 ouders en de tweede met 722 ouders. Ze heeft haar bevindingen gebundeld in haar boek “Hoogsensitieve kinderen”. In de psychiatrie werken ze met het handboek DSM-5, een handboek voor classificatie van psychische stoornissen. Bij het hebben van 6 van de 9 beschreven symptomen spreekt men daar van ADHD. Deze worden verdeeld in 3 subdiagnoses:
1.ADHD- Beeld Overwegend Onoplettendheid (ADD)
2.ADHD- Beeld Overwegend Hyperactief/Impulsief
3.ADHD- gecombineerd beeld
Van de 18 objectief waarneembare gedragskenmerken die volgens de DSM-5 wijzen op ADHD zijn er ook een aantal te herkennen bij hoogsensitieve kinderen. Bij stoornissen kan gedrag overeenkomen, maar de oorzaken verschillen is de mening van Bergsma.
Gedrag is een resultaat van een intern verwerkingsproces, ervaringen en doelen. Er zijn volgens Bergsma haar onderzoek verschillende oorzaken van het gedrag tussen HSP-kinderen en ADHD-ers en dat moet maatgevend zijn bij de diagnose.
Als je kijkt naar hyperactiviteit dan is dit bij ADHD-ers extremer en minder controleerbaar. HSP-kinderen kunnen rustig zijn als het nodig is of met afleiding.
Bij concentratiesituaties is een HSP-kind bij optimale omstandigheden heel geconcentreerd, snel afgeleid (80% uit het onderzoek), luisteren slecht, vergeetachtig met als reden een intensieve verwerking en analyse van de informatie. Een ADHD-er kan zich in bijna iedere situatie lastig concentreren.
Bij impulsiviteit doen ADHD-ers voor ze denken, hebben moeite hun beurt af te wachten, verstoren bezigheden van anderen en dringen zich op. HSP-kinderen hebben een stop-en-check systeem. Denken eerst na en doen dan. Daarbij heb je nog een groep hoogsensitieve kinderen, de High Sensation Seekers (HSS) met een er-op-af systeem, maar deze kinderen springen niet zomaar in het diepe.
Bergsma geeft als tip goed naar de achtergronden van het gedrag van het kind en de omstandigheden te kijken waarop het gedrag wordt vertoond. In de molen van diagnosestelling wordt alleen maar naar gedrag gekeken.
Als je naar autisme kijkt in de DSM-5, kom je de volgende zaken tegen: beperkingen in sociale communicatie en interactie, repetitief gedrag en specifieke interesses. Deze zaken kun je ook bij sommige HSP-kinderen tegenkomen.
Er zijn 3 probleemgebieden:
1. Centrale coherentie – moeite om het grote geheel te overzien en juiste betekenis te geven.
HSP-kinderen kunnen het grote geheel overzien door intensieve verwerking. Ze verbinden alle informatie tot een totaalplaatje. Ze denken lang na, voordat ze antwoorden (dit geeft verwarring met autisme).
Kinderen met een stoornis (Autisme Spectrum Stoornis -ASS) hebben weerstand tegen veranderingen, want nieuwe details geven meer chaos. Ook HSP-kinderen vinden verandering lastig, want meer nieuwe informatie is meer informatie om te verwerken voor het totaalplaatje.
2. Executieve functies – moeite taken te plannen en organiseren.
HSP-kinderen hebben problemen taken tijdig af te ronden. De reden is vaak overprikkeling. Bij overweldiging kunnen ze zich niet meer goed focussen.
3. Theory of Mind (TOM) – niet kunnen inleven in gevoelens van anderen en slecht non-verbale communicatie ‘lezen’.
HSP-kinderen hebben een groot inlevingsvermogen, soms zelfs zo groot dat ze gevoelens/emoties overnemen. Ze herkennen non-verbale communicatie en achterliggende boodschappen. Dat is het verschil tussen hen en autistische kinderen.
Soms wordt bij HSP-kinderen aan de sociale vaardigheden getwijfeld door het verwoorden van opmerkelijke waarnemingen die onaardig overkomen in hun onschuld (ze zijn in alle eerlijkheid oprecht en dat kan soms hard aankomen). Ze zijn soms rechtlijnig. Dit kan zich uiten in stelselmatig weigeren te spelen met een kind dat anderen pest. Of door het terugtrekken uit de klas door gebrek aan zelfvertrouwen door overprikkeling of door onvoldoende aansluiting. Voor een leerkracht lijkt dit op autistisch gedrag. Om autisme uit te kunnen sluiten, stel je de volgende vraag:
Kan het kind zich inleven in de ander?
Zo ja, dan is er geen sprake van autisme. Begaafde autistische kinderen kunnen zich wel vaardigheden aanleren, waardoor het lijkt dat ze empathie hebben. Maar in niet standaard situaties weten ze zich geen raad. HSP-kinderen kunnen dit echter wel. Sommige introverte HSK-kinderen lijken door hun geslotenheid gebrekkige sociale vaardigheden te hebben, maar zijn bij uitstek goed in sociale communicatie.
Mocht je vragen hebben, neem gerust contact op. De boeken zijn een aanrader.
Geertje Swart, energetisch natuurgeneeskundig therapeut
Praktijk Helen op Natuurlijke Wijze
Gespecialiseerd in hooggevoeligheid/nieuwetijdskinderen.
Auteur van het boek “Ontzettend leuk Anders!”.
Ik ben een beetje raar…een beetje anders, maar laat ik maar bij het begin beginnen. Hallo, ik ben Rainbow het regenboogschaap.
Ik voel mij niet zo thuis in de kudde. Kun je het al aan mij zien? Inderdaad, ik ben niet zwart, niet bruin en ook niet wit. Ik heb alle kleuren van de regenboog, gele snoet, paarse oren en blauwe voeten en dus vinden de anderen mij maar een vreemde snuiter. Daar kan ik wel verdrietig van worden hoor. Ik voel mij dan een buitenstaander. Alsof ik hier niet thuis hoor en op een verkeerde plek of planeet ben geboren.
Mijn eigen weg gaan
Ik loop niet in de pas. Ik wil soms net even de andere kant op dan de anderen. Waarom? Omdat ik anders tegen de wereld aankijk. Ik voel en ervaar meer dan de andere schapen. Ik kan kleuren om mensen zien en heel goed voelen hoe iemand anders zich voelt. Soms neem ik die gevoelens over en dat is niet altijd leuk voor mijzelf. Dan kan ik zomaar ineens hoofdpijn of buikpijn krijgen. Dat aanvoelen doe ik met een soort voelspriet die altijd aanstaat en van alles oppikt. Dat kan ook heel vermoeiend zijn. Soms word ik er zelfs chagrijnig en boos van. Dan kan ik opeens zomaar ontploffen en snappen de andere schapen niet waarom ik dat doe. Ik begrijp het zelf soms ook niet, want dan overkomt het mij gewoon.
Nu heb ik iemand ontmoet die mij vertelde dat ik bijzonder ben. Dat ik nodig ben om de wereld waarin we nu leven, te veranderen. Hoe, hoor ik je denken? Nou, door gewoon mijzelf te zijn en dat ook te blijven. Als iedereen nu zijn eigen unieke zelf is, dan wordt het een prachtige wereld waar we allemaal rekening met elkaar houden. Hooggevoelig noemde ze het…het talent om dieper te kijken dan een ander en besluiten te nemen vanuit je hart. Ook wordt het wel nieuwetijds genoemd. Niet met de kudde mee te draven, omdat iemand zegt dat je die kant op moet. Naar je eigen innerlijke stem luisteren, want dat is de stem van je intuïtie die precies weet wat goed voor je is.
Wil je er meer over weten en leren?
Neem dan contact op met Geertje. Zij geeft tips en leert je hoe om te gaan met jouw mooie eigenschap in workshops voor tieners, zodat je weer vrolijk door de wei kunt dartelen en heerlijk jezelf kunt zijn. Ook kun je bij haar terecht voor een privéconsult, dan gaat ze op jouw specifieke situatie intunen.
Ken je haar boek al? Het heet "Ontzettend leuk Anders! en je kunt het hier vinden.
Nu het dan weer naar het eind van het jaar loopt, zijn sommige mensen echt aan vakantie toe. Ik zal maar zeggen, de batterij is bijna leeg. Je merkt dit vaak aan dat je sneller vermoeid bent, niet zoveel meer kunt hebben en dus een korter lontje hebt of dat je lichamelijke weerstand omlaag gaat. Dit met het gevolg dat je snotterig wordt met keelpijn, oorpijn en verkoudheid. Je zit dan te laag in je energie. Wat daarbij helpt is te ontspannen, je energie op te schonen met een aardingsoefening (gratis op te vragen) en voldoende te slapen.
Bij 8 uren volledige slaap krijgt je lichaam de kans zich te herstellen. Denk daarbij er dan aan, dat je geen elektrische apparaten bij je bed in de buurt hebt en dus ook geen mobiele telefoon. Deze laatste kun je trouwens op vliegtuigstand zetten, zodat er niet telkens contact gezocht wordt met de antennes die zenden. Die frequenties werken namelijk verstorend in je energieveld en zo kom je niet in diepe slaap. Heb je een babyfoon in de slaapkamer van je kindje, zet deze dan zover als mogelijk is bij het bedje vandaan. Ook dit is namelijk een apparaat wat verstorende frequenties uitzendt in de aura van je kleintje.
In het vorige blog heb ik over water verteld en nu wil ik dieper ingaan op energie. Om preventief met je gezondheid om te gaan is de juiste volgorde eerst je energie op peil te brengen en te houden. Hoe kun je preventief met je gezondheid bezig zijn op dit vlak?
Energie is elektromagnetisme, zwaartekracht en nucleaire energie en wordt ook wel Qi, Prana of Orgone genoemd. Elektromagnetisme werkt via frequenties en dat zijn weer trillingen. We hebben als mens -25 microvolt nodig en het elektromagnetische veld zorgt voor het stromen van de elektronen die rondom onze atomen zitten. Deze frequenties zetten het groeihormoon van de cel aan, zodat cellen zich steeds weer vernieuwen. Hiernaast zie je plaatjes die ontwikkeld zijn door Dr. David Hawkings en waarover hij vertelt in zijn boek Power vs Force.
Het uitwisselen van elektronen van het ene atoom naar de andere zorgt voor een chemische reactie. Er wordt informatie doorgegeven die van belang is voor het functioneren van een cel. Immers atomen vormen samen de moleculen en die op hun beurt vormen weer cellen. Wij als mensen bestaan uit tig van deze cellen. Het is dus belangrijk dat ons energetisch veld optimaal werkt om gezond te blijven met de juiste frequenties. Dit veld ook wel aura of morfogenetischveld (onderzoek van Rupert Sheldrake) genoemd heeft een omvang van 8 meter en bevat onze blauwdruk (hoe het gesteld is met ons lichaam en bewustzijn en wat we nodig zijn). Mensen zijn als antennes die frequenties ontvangen.
Natuurlijke frequenties zijn volgens de gouden ratio, dat betekent dat ze resonant zijn met elkaar. Frequenties zijn als trillingsgolven en als twee juist gevormde golven bij elkaar komen versterken ze elkaar. Als dit niet het geval is dan krijg je geen golf, maar een platte lijn. Dus de energie stagneert en valt stil. Nu is alles energie en dan bedoel ik gedachten, woorden en emoties. Denk daarbij aan het onderzoek van de Japanse onderzoeker Masaru Emoto met de kristallen. Mooie liefdevolle gedachten en woorden leverden mooie kristallen op en andersom niet. Alles om ons heen resoneert met ons. Als we de juiste harmonische frequenties om ons heen creëren krijgen we meer negatieve ionen in ons lichaam en dat hebben we nodig om onze cellen te vernieuwen.
* deze producten zijn verkrijgbaar via mijn praktijk.
Liefs,
Geertje
In mei en juli ben ik naar een workshop Gezondheid & Verjonging geweest, het Four Flowers Gezondheidsmodel. Het ging over preventie en wat je kunt doen om gezond te blijven. Hoe houd je je cellen jong? Daarvoor zijn 4 hoofdzaken belangrijk nl. energie, water, voeding en beweging en wel in deze volgorde. Verder zijn licht, aandacht, detox en rust belangrijk.
We hebben 30 ml. zuiver water nodig per kilo lichaamsgewicht. Maar wat is dan zuiver water? Daarvoor even een beknopte natuurkundeles. Als mens zijn we negatief geladen en heb je –ionen nodig. In een getal gemeten is dat minstens -25 microvolt. De –ionen voeden de elektronen. Deze elektronen zitten rondom het kleinste onderdeel in je lichaam en dat zijn de atomen. Een magnetisch veld zorgt ervoor dat elektronen gaan stromen. Het magnetisch veld is je aura, waar je blauwdruk in zit. Om cellen te kunnen laten groeien hebben we -50 microvolt voor de elektronen nodig. Meerdere atomen vormen moleculen en meerdere moleculen vormen onze cellen. Kinderen hebben meer energie (meer –ionen) dan volwassenen en bij een kind tot 4 jaar kan bijvoorbeeld het topje van de vinger weer aangroeien.
Natuurlijk vitaal water bevat veel –ionen door het zonlicht en het meanderen en heeft een hexagonale clustering (zoals de vorm van honingraten). Deze vorm maakt dat onze cellen het water beter kunnen opnemen. Het is dus belangrijk zoveel mogelijk ‘levend’ water binnen te krijgen. Dit kan d.m.v. een apparaat dat ze o.a. in Japanse ziekenhuizen gebruiken en wat ze Kangenwater noemen. Dit apparaat trekt de moleculen eerst uit elkaar en verbindt ze dan weer op de juiste wijze, zodat er meer –ionen ontstaan. Verlevendigen van water kan ook met de Grandermethode. Wij hebben Granderwater in huis. Er wordt een unit aangesloten op het punt waar de waterleiding je huis binnenkomt. Het water wat in de buizen stilgestaan heeft stroomt langs de unit met verlevendigd water en krijgt zijn oorspronkelijke informatie weer terug. Dit is even een investering, maar de unit gaat levenslang mee. Het water proeft zachter en in de badkamer is minder kalkvorming.
Als je meer wilt lezen over water kan ik je het boek ‘De ontdekking van het waterraadsel’ van Hans Kronberger & Siegbert Lattacher aanraden (ISBN 3-901626-13-1). Dit gaat over de ontdekkingen van Viktor Schauberger tot Johann Grander.
Over energie, voeding en beweging vertel ik later meer in een ander blog.
Liefs,
Geertje
Als ik aan kerst denk, dan denk ik gelijk aan mooie zacht verlichte kamers met kaarslicht. Sprankelende lichtjes in de kerstboom, in tuinversieringen, voor het raam, waxinelichtjes in kerststukjes of in mooie houders op tafel. Het doet iets met onze emoties, onze gemoedstoestand. Het is een prachtige energie die kaarslicht uitstraalt. Je kunt er zo in wegdromen. Dat effect heeft ook een haardvuur, maar voel maar even bij jezelf of je hetzelfde gevoel krijgt bij kaarslicht of een brandend haardvuur. Je zult merken dat het een ander gevoel geeft. Heel subtiel, maar het is toch anders en dat heeft met de energie te maken.
Waar denk jij aan bij dat woord? Misschien aan je energierekening die straks weer op de mat ligt of elektrische apparatuur die op energie werkt of wellicht de energie hebben om te sporten of iets te doen. In mijn werk als therapeut denk ik gelijk aan energetische energie, omdat dit bij een holistische behandeling hoort en energie het eerste is wat je in balans brengt.
Het is trilling, een bepaalde frequentie. Het zijn moleculen die heel snel bewegen en doordat ze snel bewegen kunnen ze materie vormen. Zo is je tafel of stoel ook energie met hele snelle trillende moleculen. Je kunt deze voorwerpen zien en aanraken. Alles wat we kunnen zien en aanraken is gemakkelijker aan te nemen. Neem nu een radio met een antenne. We steken de stekker in het stopcontact om het apparaat van energie te voorzien. Die energie kunnen we niet daadwerkelijk zien, maar we ervaren het als heel normaal, want we weten dat het door kabels en draadjes stroomt. Dan drukken we de playknop in…en hoor er speelt muziek. Heel gewoon toch! Maar is het wel gewoon? Ergens in Hilversum staat een grote antenne die radiogolven uitstuurt die we niet kunnen zien met het blote oog. Onze radio heeft een antenne die het opvangt. We stemmen de radio af op de juiste frequentie en voilá…we hebben ontvangst met de zender die we willen beluisteren.
Of laat ik het wat moderner maken met de mobiele telefoon of computer en bluetooth. Geen draadjes, niets te zien…maar toch worden gegevens doorgestuurd.
Dit alles heeft te maken met frequenties. Trillingsgolven van dezelfde lengte die elkaar aantrekken. We staan er helemaal niet meer bij stil, zo gewoon is het voor ons geworden.
Als ik mensen over energetische energie vertel, is dat voor veel mensen nog wat vaag. Toch werkt het op precies dezelfde manier. We kunnen het niet zien, niet voelen, niet ruiken, niet proeven en niet horen…en toch is het er. En wat nog belangrijker is, het heeft effect op ons denken, gedrag en ons lichaam.
Iedereen heeft een energieveld om zich heen en als alles goed gaat stroomt die energie vrij door je lichaam. Vanaf je kruin langs je ruggengraat naar je benen en dan splitst het zich in tweeën en stroomt langs beide zijden van je lichaam weer naar boven naar je kruin. In de Chinese geneeskunde noemen ze dit het kleine Chi-veld. Rupert Sheldrake noemt het een morfisch veld. Ik gebruik meestal het woord aura. Je aura is verbonden met je chakra’s die verticaal op de lijn van je ruggengraat liggen. Chakra’s zijn centra van licht en kleur (trillende energie) en verbonden met je wervelkolom. Ze zitten niet in je fysieke lichaam (grofstoffelijk), maar in je etherische lichaam (meest stoffelijke deel van je aura) dicht aan de oppervlakte op enkele centimeters afstand van de huid. Sinds 1936 kun je dit ook waarnemen via Kirilian fotografie. (zelf heb ik foto’s en een filmpje van mijn eigen chakra’s die ik aan cliënten laat zien).
Deze chakra’s zijn weer verbonden met je hormoonorganen zoals de pijnappelklier, de hypofyse, de (bij)schildklier(en), de thymus, de alvleesklier, de bijnieren, de eierstokken bij de vrouw en de teelballen bij de man. Hormonen zijn boodschapperstofjes die via je bloedbaan door je lichaam reizen om dingen aan of juist uit te zetten. Een aantal hormonen hebben een koppeling met elkaar (een feedbacksysteem). Neem als voorbeeld je bloedsuikerspiegel met de hormonen insuline en glucagon. Als je eet wordt er insuline aangemaakt om je bloedsuiker weer naar beneden te brengen en als het te laag wordt dan wordt er glucagon aangemaakt om het bloedsuikergehalte omhoog te brengen. Verstoring in je energieveld werkt dus helemaal door tot in je fysieke lichaam en is daarom belangrijk bij het zelfhelend vermogen.
Alles is energie, trilling van licht en kleur. Zo ook je gedachten, woorden en emoties. Energievelden beïnvloeden elkaar onbewust. Zo kunnen energievelden van anderen jou raken en kun je emoties overnemen. Je energieveld kan verstoord raken door straling (mobiele telefoon, computer, laptop, antennes, TL-buizen, ledlampen, Wifi en andere draadloze apparatuur), opgelopen trauma door ongelukken, dingen die je in je leven overkomen en auralifters. Iedereen kan hier last van krijgen en gevoelige mensen zoals nieuwetijdskinderen/mensen staan er meer open voor. Het is dus belangrijk om je energie goed te managen en schoon te houden. Dit kun je doen via visualisaties. Het lijkt simpel, maar het is een krachtig middel. Oefeningen leer je bij mij in de praktijk. Ik help je leren luisteren naar je lichaam, want je kunt veel meer zelf dan je voor mogelijk houdt!
Ik wens je stralende feestdagen en een energiek 2017!
Liefs,
Geertje Swart
Zo voor de kerstdagen wil ik jullie graag wat vertellen over engelen. Immers, het was een engel die Maria vertelde dat zij het kindje Jezus zou krijgen en het was een engel die de herders vertelde over de geboorte van Jezus. Nu ben ik zelf altijd wat voorzichtig geweest wat ik voor waar moet aannemen uit de Bijbel. De vondst van de Dode Zee-rollen heeft weer nieuwe zienswijzen gegeven en de hoge heren van de kerk hebben zaken herschreven of eruit geschreven om zo de macht over de mensen te behouden. Ik heb de verhalen in de Bijbel altijd mooi gevonden en ik ben groot geworden met de zondagschool waar we mooie liedjes met elkaar zongen. Maar als jong nieuwetijdskind voelde ik altijd dat er iets niet klopte. De engelen echter daar heb ik nooit aan getwijfeld en toen iemand mij aan hen herinnerde (soms stop je dingen weg in je jeugd) voelde ik mij nooit meer alleen en altijd beschermd.
Op de laatste dag van november van dit jaar ben ik naar een lezing geweest van Nicoline Letteboer en wat zij vertelde wil ik graag met jullie delen. Allereerst was de locatie zo passend voor het onderwerp ‘Engelen’. We zaten in een zaal (het koor) van de Martinikerk in Sneek met de stoelen in halve cirkels langs de kant en het midden open. Het deed mij denken aan onze aura. De lengte van de zaal als de ruggengraat en wij de luisteraars ieder in een helft van de aura. Zo kon de energie vanuit Nicoline rechtdoor de zaal stromen en naar twee zijden afbuigen om zo achter de mensen langs weer terug naar Nicoline te stromen. Er waren 76 mensen op afgekomen en het mooie daarvan vond ik het grote aantal oudere mensen. Later hoorde ik dat er ook 3 predikanten aanwezig waren geweest. Fijn dat zoveel mensen wilden luisteren en het onderwerp hen aansprak.
Zij is dominee en doctorandus en werkt daarbij in de gezondheidszorg. Zij heeft de gave om goed uit te leggen hoe religie en de engelen met elkaar zijn verbonden en dat ze heel levendig zijn en geen verhaal uit een oud boek. Dat wetenschap en theologie heel dichtbij elkaar liggen, is wat zij wil vertellen.
Hier een citaat van Nicoline van de website van www.pknsneek.nl: “Het kan haast niet anders, of je hebt al meerdere malen in je leven de engelen ontmoet. Denk maar eens terug aan een beleving waarin je in grote nood was en je juist op het meest kritieke moment precies wist wat je moest doen om jezelf of anderen uit deze moeilijke situatie te bevrijden. Innerlijk heb je ervaren dat je werd geholpen, dat je leven of die van anderen gered werd door een groep engelen, ook al was je je niet bewust van hun aanwezigheid. Je hoeft niet in engelen te geloven, engelen worden ervaren. Ze openen onze ogen voor het geheim van God, het absolute mysterie dat we niet kunnen bevatten. In de engelen raakt God tot in ons dagelijks leven. Tegenwoordig zijn er steeds meer mensen die niet meer in God geloven, maar wel engelen ervaren en daarover ook spreken, wetende dat ze van God komen.”
Zelf werk ik in mijn praktijk ‘holistisch’ en daarin zit het woord ‘holy’, wat heilig betekent. We bestaan uit het Lichaam (het voertuig), de Ziel, de Geest en dan is er nog de Energie. Het lichaam heeft de zintuigen en de ziel nodig om te groeien en de ziel heeft het lichaam nodig. De ziel is het Godbewustzijn (ook wel het Zelf of het Hogere Zelf genoemd) en zit in iedere lichaamscel verweven. En alles bestaat uit energie, zelfs gedachten, emoties en gevoelens. De mens heeft verschillende lagen energie om zich heen (de aura) en die lagen lopen ook weer door elkaar heen, net zoals bij de regenboog. Zo heb je het fysieke lichaam met in de laag die het meest dicht bij het lichaam zit, het energetisch lichaam, daarna het astrale lichaam en tot slot het spirituele lichaam. In die lagen kunnen blokkades zitten, de lichtsfeer kan niet binnenkomen en het fysieke lichaam bereiken. Daarover meer verderop in mijn verhaal.
De geest hebben we nodig voor het ‘bewustzijn’. Met de geest laten we emoties doordringen in het lichaam. Er is altijd een wisselwerking tussen het lichaam en de geest. De geest maakt gebruik van denken, voelen en emoties. Je bent echter niet je gevoel of je emoties of je denken, maar diegene die het ondergaat. Je bent niet je gedachte, maar maakt er gebruik van. Gevoel, emoties en denken zijn verbonden met elkaar en zullen reacties in het lichaam geven. De wisselwerking gaat als volgt: het denken (de gedachte) roept een gevoel op en dat gevoel roept weer een emotie op. Alles heeft elkaar nodig en is verbonden met elkaar zoals in de Wet van de Drie-eenheid. De geest omvat dit alles (zie het plaatje).
Nicoline vertelt, dat wij energetische wezens zijn (ons lichaam bestaat uit energie). We kunnen dingen en mensen aanvoelen en waarnemen en dat heeft met het ‘holy’ te maken. We zijn een lichamelijk psychosociaal, synergetisch, energetisch wezen. We hebben een verbinding tussen het hoofd en het hart, net zoals er een verbinding is tussen wetenschap en spiritualiteit.
Zoals waar Rupert Sheldrake en Matthew Fox in hun boek ‘Engelen; energieën in de kosmos’ over schrijven. Een boek voor de lezer die open staat voor een andere kijk op Engelen, de werking van de kosmos, de krachtvelden, vanuit de “oude” leermeesters en de nieuwe wetenschapper (bron: bol.com).
Engelen komen voor in alle religies en godsdiensten en hebben daar weer andere namen zoals deva’s (boeddhisme/hindoeïsme), mal’ach (Hebreeuws), malak (Arabisch), angelus (Latijn), ángelos (Grieks). Ze ‘wonen’ in andere sferen, de lichtsferen. En lichtsferen zijn frequenties van energie die parallel lopen met onze wereld, de aarde. Wij zijn lichtwezens (onze lichaamscellen leven ook van het licht dat in onze voeding zit) net als de engelen. Alleen de energie waar zij uit bestaan heeft een veel hogere trilling dan de onze. Onze werelden liggen naast elkaar en lopen door elkaar heen. Als je bijvoorbeeld een bijna-dood-ervaring hebt gehad dan ben je ermee in aanraking geweest. Of mensen die van zichzelf al een hoge lichtfrequentie hebben, die kunnen de engelen zien. Ook al kan niet iedereen de engelen zien, we kunnen ze wel voelen en ervaren. Hoe meer je open staat voor het licht, hoe hoger je trilling wordt. Engelen komen dus uit een andere lichtsfeer en zijn niet voor iedereen daadwerkelijk met de ogen te zien, maar ook zelf kun je als een engel voor een ander zijn. Als je niet open staat voor het bestaan van engelen, dan is er geen verbinding. Je gedachten hierin zijn van groot belang en gedachten zijn weer energie.
Engelen zijn van oorsprong de boodschappers van God en zelf geloof ik dat iedereen een stukje God in zichzelf heeft en een lichtje of een engel voor een ander mag zijn. Nicoline vertelde dat engelen geen mensen zijn geweest. In het boek van Doreen Virtue ‘Berichten van je Engelen’ staat dat daar een uitzondering op is. Aartsengel Metatron is als enige een mens geweest als de profeet Henoch. Dr. Hans Moolenburgh heeft een onderzoek bij zijn patiënten gedaan wie in Engelen geloofden en ervaringen ermee hadden gehad. De uitslag was 89%. Het boek heet ‘Een engel op je pad’. Ook Hans Stolp kan veel over engelen vertellen en heeft er boeken over geschreven. Mensen die terminaal zijn, kunnen de andere lichtsferen zien en dus ook de energetische wezens. De sluiers tussen de verschillende werelden worden dan diffuus. Engelen kunnen zich ook als mens manifesteren, soms in een vertrouwd persoon. Gidsen echter zijn vroeger wel mensen geweest. Dierbare overledenen kunnen je als gids helpen in dit leven.
Een ding staat vast, ze mogen niet helpen als je er niet om vraagt. Levensgevaarlijke situaties daar gelaten als het je tijd nog niet is. Dat heeft te maken met onze VRIJE WIL. Ze mogen geen keuze voor je maken. Er is eigenlijk geen goed en kwaad. Het gaat om de keuze die je maakt. Je kunt in gedachten om hulp vragen of in een gebed of zelfs in meditatie. Doe wat goed voor je voelt. Er zijn honderden werkloze engelen die je graag willen helpen met van alles en nog wat. Dit heb ik geleerd van de boeken van Doreen Virtue: wees niet bang dat een (aarts)engel bijvoorbeeld bezet zou zijn met een opdracht van iemand anders. Ze kunnen zich namelijk opsplitsen en op verschillende plaatsen tegelijk zijn. Er is een hiërarchie van 9 in het rijk van de engelen. De engelen die waken over de aarde zijn de aartsengelen en dan zijn er nog de beschermengelen. Met deze laatste twee krijgen wij als mens het meest te maken.
Nicoline vertelde dat iedereen een beschermengel heeft die bij hem blijft van geboorte tot aan de dood. Daarna verlaat je ziel het stoffelijke lichaam ga je weer naar de lichtsferen. Mocht je besluiten om weer op aarde geboren te worden, dan krijg je een nieuwe beschermengel mee. In de boeken van Doreen Virtue wordt zelfs gesproken over twee beschermengelen. Eentje om je een zetje te geven en eentje om je te troosten.
Mocht je tijdens de feestdagen verdrietig zijn, omdat je dit jaar een dierbare verloren bent. Weet dan dat je niet alleen bent en je dierbare dichtbij is misschien als een van je gidsen en de engelen zijn er altijd om je te troosten. Je bent nooit alleen en je hoeft alleen maar te vragen…
Ik wens iedereen veel engelenliefde om zich heen deze feestdagen.
Liefs,
Geertje Swart
Wat zijn nu eigenlijk nieuwetijdskinderen en wat komen ze doen? Dat is niet in één of twee woorden uitgelegd. Iemand die het heel goed kan verwoorden, is Hans Stolp. Hij is pastor en schrijver van veel boeken over esoterie. Hij heeft ook een verhelderend boek geschreven over nieuwetijdskinderen, dat ik graag bij jullie onder de aandacht wil brengen. Dit boek heeft mij heel goed geholpen toen ik worstelde om uit te vinden wat er nu werkelijk speelde bij mijn zoon toen hij tegen zoveel onbegrip aanliep in zijn basisschooltijd. Al lezende kwam ik erachter dat ik ook een nieuwetijdskind ben en dat besef plaatste alle puzzelstukjes op zijn plaats.
Hans wordt ook veel gevraagd om lezingen te geven. Hij is een boeiend spreker die in eenvoudige woorden kan uitleggen hoe dingen in elkaar zitten. Een enkele keer komt hij nog naar het noorden, maar meestal geeft hij lezingen in Amersfoort. Van deze lezingen zijn ook luistercd’s te verkrijgen.
Ik heb inmiddels drie lezingen bijgewoond en Hans was ook mijn inspiratie om een kinderboek te schrijven voor nieuwetijdskinderen. Dit boek heb ik hem tijdens een lezing van St. Inzicht in Joure als cadeau mogen overhandigen. Hij gaf aan blij te zijn dat er in het noorden nu meer aandacht kwam voor dit onderwerp, want in het westen is het een meer begrepen begrip. Ik heb aangegeven mijn best te doen om steeds meer mensen van informatie te voorzien, zodat ook zij de puzzel compleet kunnen maken en in hun kracht kunnen gaan staan.
Tot slot wil ik graag een blog van Hans met jullie delen. Neem even de tijd om zijn woorden rustig tot je te nemen. Je kunt hem zelf ook gaan volgen via Facebook.com/hansstolp
We leven in een heel bijzondere tijd, een overgangstijd. We mogen zelfs zeggen dat de grote overgang die in onze tijd op gang begint te komen, de meest beslissende en de meest ingrijpende overgang uit heel de evolutie van de mensheid is. Zeker, er zijn eerder ingrijpende tijden van transformatie geweest en er zijn eerder ook heel beslissende overgangen geweest. Maar de huidige overgang zal iets bijzonders teweeg brengen: het bewustzijn dat wij mensen ons eindelijk los moeten gaan maken van die verlammende en totale gerichtheid op de materie en dat wij ons moeten leren richten op de geestelijke wereld en op de geestelijke wetten van de kosmos. Dat betekent, dat wij eindelijk wakker (zullen) gaan worden, en dat wij eindelijk zullen gaan beginnen aan de weg van terugkeer naar God. De weg van een voortdurende, verdere afdaling tot in de wereld van de materie zal worden omgebogen tot een weg van opgang, een weg die ons uiteindelijk zal brengen tot in de wereld van het hoge licht.
We mogen ook zeggen: onze tijd is vergelijkbaar met het moment waarop de verloren zoon (uit de gelijknamige gelijkenis) bij de varkens zit en zich bewust wordt dat er iemand op hem wacht: zijn vader. Eerst als hij zich dát bewust wordt, staat hij op, laat de varkens achter en gaat op weg, zijn vader tegemoet. Als we ons realiseren dat varkens symbool staan voor het leven in de sfeer van de materie, dan wordt duidelijk waarover deze gelijkenis in wezen gaat: over onze bereidheid de wereld van de materie los te laten en ons te richten op geestelijke wetten.
Een dergelijke bewustwording voltrekt zich natuurlijk niet vanzelf op aarde. Integendeel. Er moet hard voor gewerkt worden, en de inzet van velen is nodig om een mondiale bewustwording te bewerken. Daarom komen er in onze tijd mensen naar de aarde toe, die het als hun persoonlijke opdracht op zich genomen hebben om op hun eigen manier bij te dragen aan die grote bewustwording en omvorming van onze tijd. De mensen die ik bedoel, en die in onze tijd geboren worden met deze opdracht in hun hart, noemen we meestal nieuwetijdskinderen. Zij zijn het immers die enerzijds de energieën van die nieuwe tijd al in zich dragen, en die anderzijds de opdracht hebben (met behulp van die energieën) die bewustwording, en daarmee die nieuwe tijd te helpen verwerkelijken.
Nieuwetijdskinderen nemen geen gemakkelijke taak op zich: het zijn kinderen die niet op de materie gericht zijn, maar juist op de spirituele dimensies van het leven. En zij dragen de nieuwe spirituele energieën in hun eigen hart mee naar de aarde. Maar ze worden geboren in een samenleving die alsmaar materialistischer wordt. En dus mag een nieuwetijdskind bij dat nieuwe leven op aarde op heel wat weerstand en tegenstand rekenen…
Nieuwetijdskinderen laten op vele manieren zien dat ze ‘anders’ zijn: anders dan de generatie kinderen voor hen, anders dan de meeste volwassenen om hen heen, anders ook dan de meeste kinderen met wie ze op school, op de muziek- of sportvereniging of waar dan ook, te maken hebben. Als je eenmaal gevoelig wordt voor dit vrij nieuwe verschijnsel van het nieuwetijdskind, dan begin je het in een oogopslag op te merken aan de helderheid van hun ogen. Soms zijn die zo open en transparant dat het lijkt alsof je zomaar, mijlenver die ogen binnenwandelen mag.
Vaak wordt dat ‘andere’ van nieuwetijdskinderen vooral gezocht in het feit dat zij bijna allemaal wel op de een of andere manier paranormaal begaafd zijn, zoals wij dat dan noemen. We bedoelen daarmee te zeggen dat ze op een heel eigen en een heel persoonlijke, maar ook op een heel vanzelfsprekende manier in een directe verbinding met de geestelijke wereld staan, de wereld van onze herkomst en onze toekomst.
Toch denk ik dat het wezenlijke van nieuwetijdskinderen in feite op een ander gebied ligt, en wel op het gebied van de communicatie. Ze zijn immers gekomen om onze samenleving op een grondige manier om te vormen. Ze willen respect in plaats van cynisme bewerken, liefde in plaats van haat, vergeving in plaats van vergelding en verwondering in plaats van veroordeling. En dus zijn ze gekomen om eeuwenoude patronen van samenleven en samenwerken af te breken, en fungeren ze op vele gebieden als stoorzenders: ze verstoren de oude orde en sturen die in het honderd. Maar juist door die afbraak heen kunnen ze eindelijk ruimte scheppen voor geheel nieuwe samenlevingsvormen die gebaseerd zijn op respect, gelijkwaardigheid en mededogen.
Het allerbelangrijkste geestelijke gereedschap dat ze voor de verwerkelijking van die opdracht nodig hebben en waar ze zelf van kind af aan al gebruik van maken, is hun heel eigen, unieke en nieuwe manier van communiceren. Want nieuwetijdskinderen communiceren anders dan de generaties vóór hen dat deden, en anders dan de meeste van ons dat gewend zijn. Wij ‘oudetijdskinderen’ communiceren vooral met woorden. We praten tégen en luisteren náár de ander en overdenken de woorden die de ander tegen ons spreekt. Bovendien kijken we bij ons gesprek oplettend naar de ander en trekken onze conclusies uit de manier waarop de ander spreekt en waarop deze naar ons kijkt. We kijken naar zijn of haar gezichtsuitdrukking en letten erop hoe hij of zij zich beweegt. Want al die waarnemingen helpen ons bij de interpretatie van de woorden die we horen. Het gebeurt immers vaak genoeg dat de ander dingen zegt die hij of zij niet meent. Of dat de ander heel andere dingen bedoelt te zeggen dan hij of zij éigenlijk zegt. Daarom helpen die zojuist genoemde waarnemingen ons bij de uitleg van de woorden die we hoorden. Gelukkig hebben we bij dat alles een zeker automatisme verworven, zodat we ons nauwelijks meer bewust zijn hóe we eigenlijk communiceren met de ander: het is een vanzelfsprekende gewoonte geworden.
Nieuwetijdskinderen communiceren heel anders. Zodra zij zich op een ander richten met wie zij in contact willen komen, vergroten en verruimen zij hun aura, ofwel hun geestelijk lichaam, en nemen zij de ander in de eigen aura op. Hun aura is immers heel soepel, veel soepeler dan de onze, en daarom is het voor nieuwetijdskinderen heel gemakkelijk en vanzelfsprekend om de ander in de eigen aura op te nemen en om de ander dus met de eigen aura te omvatten. Maar wanneer ze dat doen, gebeurt er iets heel bijzonders: door de opname van de ander in de eigen aura ofwel in het eigen wezen, krijgen ze een directe verbinding met het innerlijk van de ander. Je zou kunnen zeggen: ze kunnen daardoor zomaar het hart van de ander in- en uitlopen. Daardoor weten ze op een, wat wij zouden noemen, telepatische manier meteen wat de ander eigenlijk denkt, voelt en ervaart. Voor nieuwetijdskinderen is praten met de ander dan ook niet zozeer een poging om met behulp van woorden contact te maken, het is niet zozeer luisteren en spreken, maar het houdt veelmeer in zich invoelend en telepatisch met de ander te verbinden.
Dat betekent overigens dat een nieuwetijdskind meteen weet of de ander de waarheid spreekt of niet, en dat een nieuwetijdskind daarvoor niet de methode die wij gebruiken, nodig heeft: om te kijken naar de gezichtsuitdrukking bijvoorbeeld, of naar de gebaren en de houding van de ander. Een nieuwetijdskind wéét gewoon. Je mag deze wijze van communiceren ook wel ‘een communicatie met het hart’ noemen. Want het telepatische weten dat hen eigen is, is een weten van het hart. Het is daardoor in principe ook een liefdevol weten, een weten vol mededogen.
Het moge uit het voorgaande duidelijk zijn dat je een nieuwetijdskind maar beter niet kunt vragen wat je zojuist eigenlijk gezegd hebt: de woorden zijn immers nauwelijks tot hem doorgedrongen, omdat het kind in plaats van te luisteren naar jouw woorden zich instelde op wat er leeft in jouw hart. En dáárover kan het je meteen heel wat verbluffends vertellen – als je daar tenminste voor zou openstaan.
Nieuwetijdskinderen weten overigens meestal zelf niet dat dít nu de specifieke manier is, waarop zij met anderen communiceren. Hun weten ís er gewoon, en dat is in het algemeen voldoende voor hen. Daarom weten nieuwetijdskinderen dikwijls ook niet dat zij in wezen heel anders communiceren dan anderen, en dat heeft zo zijn gevolgen. Zo zijn ze bijvoorbeeld verward en verbaasd wanneer ze merken dat de ander iets heel anders zegt dan hij of zij eigenlijk denkt of voelt. Ze begrijpen niet waarom de ander liegt. Ze zien en weten toch meteen dat het niet klopt wat de ander zegt? En iedereen kan dat toch meteen zien of voelen? Waarom doet die ander dat dan? Hun verwarring en zelfs wel verbijstering vloeit mede voort uit het feit dat ze niet weten dat de ander helemaal niet door heeft dat dit nieuwetijdskind haar of zijn leugenachtigheid doorziet. En in de ogen van een nieuwetijdskind wordt er heel wat afgelogen, want er zijn maar weinig mensen die hun zwakheden erkennen willen of die er ronduit voor uit willen komen dat ze bepaalde dingen niet weten. Met name in de opvoeding is dit soort leugenachtigheid fataal. Een kind kan volkomen in verwarring raken wanneer vader en/of moeder met een zekere regelmaat heel andere dingen zeggen dan ze eigenlijk denken of voelen vanbinnen. Dat betekent dus dat alle opvoeders, ouders, maar bijvoorbeeld ook leerkrachten, er zorgvuldig op moeten letten dat ze trouw aan de waarheid blijven bij alles wat ze zeggen. Een leugentje om bestwil kan niet meer. En zeggen dat je je prima voelt, terwijl je je eigenlijk rot voelt van binnen, kan ook niet meer: het nieuwetijdskind ziet immers meteen dat je liegt. Nieuwetijdskinderen dwingen ons dus in de communicatie tot volstrekte eerlijkheid.
Met name volwassen nieuwetijdskinderen zijn in hun leven nogal eens vastgelopen op dit punt. Ze wisten in het verleden immers zelf meestal niet dat ze anders dan anderen waren. Ze voelden meestal wel dat ze een buitenbeentje waren, een beetje vreemd, maar begrepen niet waarom. Ze wisten al helemaal niet dat ze ook op het gebied van de communicatie anders waren, en dachten daarom dat iedereen net als zij precies kon zien of aanvoelen wat er nu eigenlijk in anderen omging. Daarom begrepen deze oudere nieuwetijdskinderen twee dingen niet: allereerst begrepen ze niet waarom zoveel mensen op een voor hen zo duidelijk zichtbare (of voelbare) manier aan het liegen waren. Maar bovendien begrepen ze ook niet waarom de volwassenen om hen heen op hun beurt hén niet aanvoelden, en waarom die volwassenen niet zonder woorden wisten wat er in hén omging. Van meerdere nu volwassen geworden nieuwetijdskinderen hoorde ik niet alleen over de verbazing, maar ook over het verdriet dat hen als kind keer op keer beving wanneer ze weer eens moesten vaststellen dat de volwassenen om hen heen zomaar over hun gevoelens heenwalsten. En dat, terwijl, zo dacht het nieuwetijdskind, iedereen toch kan voelen en weten wat er nu echt in de ander omgaat? We kunnen nu, met de kennis van vandaag terugkijkend, rustig constateren dat heel wat van dit soort ‘nieuwetijdskinderen avant la lettre’ op een bepaalde manier scheefgegroeid zijn en dat velen van hen er hard aan hebben moeten werken om in het reine te komen met hun eigenheid en met dit voor hen vaak zo verwarrende aardse leven.
Nieuwetijdskinderen laten ons met hun bijzondere communicatievermogen zien, hoe wij in de toekomst allemáál zullen gaan communiceren. Ze zijn immers voorlopers en laten zien wat in de toekomst algemeen geldig zal zijn voor iedereen. Op het gebied van de communicatie laten ze zien dat onze menselijke communicatie er (eindelijk) een zal worden vanuit het hart. Maar ze laten ons daarnaast ook zien, wat de specifieke risico’s zijn van deze vorm van communicatie. Voor een nieuwetijdskind is het gevaar van deze communicatie het zelfverlies. Daarmee bedoel ik dat een nieuwetijdskind zich zozeer verbonden voelt en weet met de ander, dat het vergeet de eigen grenzen te bewaken en dus vergeet op tijd nee te zeggen en op tijd ruimte te scheppen voor zichzelf. Dat komt natuurlijk omdat het nieuwetijdskind zich vanuit de krachten van het hart met de ander verbindt, en zich daarom vol meedogen en vol liefde betrokken voelt bij de vragen, de problemen en verdrietigheden, die er in het hart van de ander blijken te leven, en die het zomaar kan navoelen. Op zich is dit natuurlijk een indrukwekkend vermogen, en ook wérkelijk een enorme stap vooruit in onze menselijke evolutie dat wij eindelijk beginnen te leren ons van hart tot hart met elkaar verbonden te weten en ons verantwoordelijk te voelen voor wat we in het hart van de ander lezen. Maar we zullen bij de opvoeding (nieuwetijds)kinderen ook mogen leren om de verantwoordelijkheid voor het éigen leven en voor de éigen binnenwereld te leren dragen en dus hun eigen grenzen te leren bewaken. En we zullen hen mogen leren dit als een belangrijke menselijke opgave te zien.
Dat is des te belangrijker omdat nieuwetijdskinderen vaak boven hun vermogen belast worden. Dat komt simpelweg door die nieuwe manier van communiceren die hen eigen is. Daardoor nemen zij heel gemakkelijk alles in zichzelf op, wat een ander belast en zwaar valt. Het is eigenlijk een voortdurend bombardement van diepgaande indrukken en emoties die zij opdoen, en die zij maar moeilijk verwerken kunnen. Dat is de eigenlijke grond waarom nieuwetijdskinderen vaak nogal druk en onrustig zijn: met dat gedrag proberen zij die overmaat aan indrukken weer af te reageren. Het is ook de reden, waarom sommige nieuwetijdskinderen zich af en toe haast onbereikbaar ver in zichzelf terugtrekken: om even vrij te zijn van die stortvloed aan indrukken. Kinderen krijgen door dit soort gedrag vaak het stempel van ADD of ADHD (attention deficit hyperactive disorder) opgeplakt. Ze zijn echter van zích uit meestal niet druk of hyperactief, maar worden het door dat nieuwe communicatievermogen dat hen nogal eens te zwaar belast met indrukken en emoties: daardoor worden ze druk, over-actief of trekken ze zich juist onbereikbaar ver terug in zichzelf. Nieuwetijdskinderen hebben daarom ook technieken nodig om zich even af te sluiten voor het teveel aan indrukken. Zij hebben duidelijkheid, grenzen, respect en uitleg nodig, waardoor ze zichzelf gaan begrijpen en accepteren. En ze hebben – net als alle kinderen – bevestiging nodig, vooral een bevestiging in zelfvertrouwen.
Waarschijnlijk is het overbodig om te zeggen, maar zekerheidshalve doe ik het toch maar: een nieuwetijdskind straf opleggen in een poging het in het gareel te krijgen, helpt niet. Het kind is, anders dan mijn generatie dat bijvoorbeeld was/is, ongevoelig voor zulke onbeholpen pogingen om orde te scheppen. Straffen is nu juist iets dat behoort tot een verdwijnende tijd; het behoort tot de tijd waaraan nieuwetijdskinderen een einde komen maken. Het enige wat helpt is praten, praten en nog eens praten. Ofwel: praten met het kind als een gelijkwaardige, een gesprek dus met respect, vanuit een open houding en met begrip. Niets anders helpt. De opvoeders van het nieuwetijdskind zullen zich deze gespeksvorm dus ook eigen moeten maken. En dat kan alleen wanneer ook zij zo’n gesprek aangaan met een zeker zelfrespect…
Met dit bijzondere communicatievermogen van nieuwetijdskinderen hangt ook iets anders samen: dat een nieuwetijdskind haast als vanzelf geneigd is het karma van ouders en van andere geliefde mensen om zich heen mee te dragen. Dat komt omdat een nieuwetijdskind zozeer opgaat in het wezen van (bijvoorbeeld) de ouder, ofwel dat wezen van de ouder zozeer in de eigen aura opneemt, dat het zodoende als vanzelf ook de levensconflicten en de levensvragen van de ouder in zich opneemt en die tot de zijne maakt. Het kind neemt bijvoorbeeld de (levens)angst van de ouder in zijn eigen wezen en in zijn eigen hart op. Het neemt de twijfel aan zichzelf over en neemt die op in het eigen hart. Of het neemt de ongerichte woede over die er in het verborgene in het hart van de ouder leeft, maar die het nieuwetijdskind door zijn bijzondere manier van communiceren opmerkt. Let wel: wat ik nu zeg zijn bijna altijd onbewuste processen. Maar wel processen die steeds vaker voorkomen, gewoon, omdat het aantal nieuwetijdskinderen toeneemt. Het kind neemt daarbij die twijfel, die angst en die woede zó zeer op in eigen wezen dat het later niet meer weet te onderscheiden of die angst, twijfel en woede nu uit hemzelf voortkomen, of dat die in wezen niet tot zijn eigen diepste wezen behoren, maar van buitenaf in hem zijn neergelegd. Volwassen nieuwetijdskinderen hebben op deze manier nogal eens de zieleconflicten van hun ouders in hun eigen, persoonlijke leven ofwel in hun eigen hart uitgevochten, overwonnen en losgelaten. Dát is dus de wijze waarop een nieuwetijdskind het karma van de ouders helpt dragen. Want deze overname en plaatvervangende transformatie van het levensconflict van de ouder vermindert daadwerkelijk de zwaarte en de heftigheid van het levensconflict in de ziel van de ouder. Deze plaatsvervangende transformatie werkt ook verlichtend op de ouder in, als deze al overleden is en in de geestelijke wereld verkeert: ook daar en dan zal de ouder door het plaatsvervangende werk van het kind op aarde verlichting van de zielenood ervaren.
Het is nieuw in onze tijd dat wij op een dergelijke vergaande manier elkaars karma kunnen helpen dragen: door de zieleconflicten van de ander in het eigen hart op te nemen en die daar te transformeren. Dit nieuwe menselijke vermogen laat ons het eerste begin zien van een nieuwe tijd, waarin we niet alleen meer naar de aarde komen om ons eigen karma af te werken, maar waarin we ook omwille van anderen ervoor kiezen naar de aarde te komen. Loutere gerichtheid op onszelf wordt vervangen door een liefdevolle betrokkenheid bij andere mensen en bij de aarde. Die liefdevolle betrokkenheid bepaalt in de toekomst – en voor nieuwetijdskinderen nu al – ook de keuzes die wij vóór onze geboorte in de geestelijke wereld maken voor een nieuw aards leven.
Wanneer deze geheel eigen manier van communiceren van een kind niet begrepen en gerespecteerd wordt, is het gevolg dikwijls een geestelijke scheefgroei van het kind. Volwassen nieuwetijdskinderen kunnen daar vaak vanuit eigen ervaring over meepraten. In grote lijnen en afgezien van de vele mogelijke nuances, kunnen we twee reacties op het onbegrip van de omgeving onderscheiden: ófwel een kind wordt dwars, lastig en moeilijk in de omgang, ófwel een kind onderdrukt zoveel mogelijk het eigen wezen om zich zo goed het maar kan aan te passen aan wat kennelijk van hem verwacht wordt.
Beide reacties leveren in het latere leven natuurlijk grote problemen op. Kinderen die in reactie op het onbegrip van opvoeders en omgeving lastig en dwars worden, worden vaak als probleemgeval gezien. Toch zijn ze dat in wezen niet: het eigenlijke probleem ligt immers in het onbegrip en gebrek aan respect van de omgeving, en niet zozeer in het kind. Die omgeving zou dus behandeld en aangepakt moeten worden, en niet het kind. Toch gebeurt dat lang niet altijd, en worden alle problemen nogal eens op het konto van het kind gezet. Het is voor een kind niet makkelijk zich in het latere leven aan een dergelijk stempel te onttrekken en (alsnog) de evenwichtige mens te worden die het ten diepste eigenlijk is. Daarvoor moet het veel innerlijk werk verzetten, dat geduld, uithoudingsvermogen en vertrouwen in God vergt.
De andere reactie van een kind op het onbegrip van de omgeving bestaat uit een ontkenning van het eigen wezen en een aanpassing aan wat de omgeving kennelijk als gewenst gedrag ziet. Zo’n kind verhardt zich, want alleen door jezelf innerlijk te verharden kun je je eigen diepste levensbronnen afsluiten en ontkennen. Uiteindelijk leidt een dergelijke verharding en vlucht voor het eigen wezen op latere leeftijd meestal tot grote problemen, omdat er vanuit het diepste zelf van het volwassen geworden kind een sterke impuls omhoog komt om al dat aanpassingsgedrag nu eindelijk eens los te laten en overboord te zetten om zichzelf te kunnen worden. Een dergelijke transformatie die het eigenlijke ik van deze aangepaste kinderen alsnog aan het licht brengt, gaat meestal door grote conflicten en pijnlijke levenservaringen heen. Het is goed om ons deze dingen te realiseren, want dan zijn we ons des te meer bewust van het belang om dit soort scheefgroei zoveel als mogelijk is te voorkomen. En dat kan alleen wanneer wij een écht begrip voor het eigen, andere wezen van een nieuwetijdskind ontwikkelen en wanneer wij de moed hebben om zulke kinderen op bepaalde gebieden als onze leermeester te zien in plaats van omgekeerd.
Nieuwetijdskinderen hebben meestal een eindeloos geduld. Meestal. Met name bij volwassen nieuwetijdskinderen wordt deze eigenschap zichtbaar. Zodra zij voelend weten dat de ander erop uit is geestelijk te groeien en verder te komen, hebben zij een eindeloos geduld voor die ander. Dan mag die ander bijvoorbeeld tientallen keren hetzelfde verhaal van verdriet en gemis vertellen: als het hen helpt door de pijn en het gemis heen te komen en dat uiteindelijk achter zich te laten, dan luistert het nieuwetijdskind ook de honderdste keer weer met een liefdevol geduld en een warme aandacht naar dat verhaal, alsof het dat verhaal voor de eerste keer hoort. Maar zodra het nieuwetijdskind voelt dat de ander dat verhaal alleen maar weer voor de zoveelste keer vertelt om aandacht te krijgen, zonder dat hij of zij zich ervoor inzet om dat verdriet en gemis uiteindelijk achter zich te kunnen laten, dan is het in één keer gedaan met het geduld van het nieuwetijdskind. Intuïtief en spontaan wendt het zich van de ander af, en verbreekt daarna vaak het contact.
Voor volwassen nieuwetijdskinderen is het belangrijk dit mechanisme te begrijpen. Want soms lijkt het van buitenaf zo grillig: enerzijds dat eindeloze geduld waarmee het nieuwetijdskind voor de een wel klaar staat, maar anderzijds die duidelijke afwijzing van een ander, zonder dat het buitenstaanders duidelijk is waarom dit zo gebeurt. Het nieuwetijdskind weet het zelf vaak ook niet, en voelt zich nog wel eens schuldig om die zo op het oog wisselvallige reactie. En toch is de reactie van het nieuwetijdskind helemaal niet wisselvallig, maar is alleen het waarom ervan niet duidelijk.
Op zich is het eigenlijk iets heel bijzonders dat het nieuwetijdskind met deze instelling naar de aarde komt: een instelling die verraadt dat het in het leven ten diepste gaat om die weg van geestelijke groei, een weg van groeiend inzicht, en een weg waarop oude, negatieve levenspatronen overwonnen kunnen worden en een nieuwe levenshouding van overgave, vertrouwen en liefde mogelijk wordt. Het is ontroerend dat een nieuwetijdskind van binnenuit een diep respect heeft voor ieder die deze weg gaat, maar korte metten maakt met een ieder die weigert om te groeien aan het leven en die bijvoorbeeld weigert klein te worden, schuld te bekennen en nederigheid te ontwikkelen. Kennelijk heeft het nieuwetijdskind het op de een of andere manier in de wereld voor zijn geboorte ingeprent gekregen hoe belangrijk en allesbeslissend deze keuze is voor de weg van geestelijke groei. Iedereen die in eigen omgeving te maken heeft met een nieuwetijdskind – en wie heeft dat in onze tijd niet? – zal dus ook zelf bewust moeten kiezen voor deze levensweg van geestelijke groei, als het tenminste in een open verhouding met dat nieuwetijdskind wil leven.
Nieuwetijdskinderen zijn zich innerlijk bewust van een opdracht. Ze voelen en weten dat ze niet zomaar naar de aarde gekomen zijn, maar dat ze hier een belangrijke opdracht te vervullen hebben. Zij hebben daarbij de hulp van de volwassenen om hen heen nodig om zich van dat gevoel van een opdracht bewust te blijven, en het niet kwijt te raken door de vele problemen, de afwijzing, de eenzaamheid en het onbegrip waarop een nieuwetijdskind rekenen moet. Wanneer een nieuwetijdskind dat sterke bewustzijn van een opdracht verliest, dan verliest het in wezen zichzelf. Zo zeer is het diepste wezen van het kind vervlochten met die levensopdracht. Soms hebben zij ook de hulp van opvoeders, vrienden en vriendinnen nodig om zich van die opdracht bewust te blijven.
Nieuwetijdskinderen mogen ook leren om van hun zwakheid hun kracht te maken. Daarmee bedoel ik dit: nieuwetijdskinderen weten en ervaren dat ze anders zijn. Dat brengt eenzaamheid met zich mee. Ze worden als kind dan ook nogal eens gepest. Daarnaast zijn ze ook kinderen die wéten. Maar hoe maak je als kind dat weten duidelijk aan mensen die alleen vanuit de kracht van het denken leven? En zulke mensen komen nieuwetijdskinderen in onze tijd vaak tegen. Nieuwetijdskinderen lopen ook nogal eens vast op bestaande, vastgeroeste structuren en zijn dan zeker niet altijd de makkelijkste kinderen. Dat alles maakt het leven voor zulke kinderen niet gemakkelijk. Maar in plaats van proberen zich aan te passen aan hun omgeving, een verleiding die steeds weer op de loer ligt, mogen ze leren juist trots te zijn op hun anders-zijn. Mogen ze leren dat hun anders-zijn samenhangt met de heel eigen opdracht die zij hier op aarde komen vervullen. Ze mogen dus van datgene, waarom ze vaak door anderen worden afgewezen, veroordeeld en gepest, hun kracht maken, ze mogen hun zwakheid leren omvormen tot zelfbewuste kracht. En ieder nieuwetijdskind aan wie deze omvorming gelukt, die begint op dat moment pas echt aan haar of zijn grote opdracht: om deze samenleving te helpen omvormen tot een wereld van vrede, van liefde en respect voor elkaar.
Hans Stolp
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Herken je jezelf of je kind in de dingen die Hans beschrijft en loop je vast?
Neem dan eens contact met mij op.
Liefs,
Geertje
Voelen alsof je niet thuishoort hier op aarde en dit lichaam. Geen vrienden kunnen maken of houden, omdat het voelt alsof ze jou niet begrijpen. Je echt totaal anders voelen, heel emotioneel zijn en veel huilen. Het gevoel hebben dat je van een andere planeet komt, van de sterren of uit de lichtwereld.
Ze komen bij mij in de praktijk of bij mijn stand op de beurzen. Deze kinderen en jongvolwassenen en soms zelfs volwassenen. Ze voelen zich verloren, niet begrepen en immens verdrietig. Het is dan vaak ook het niet begrijpen en moeilijk aan anderen uit te leggen. Vooral aan mensen die er helemaal niet open voor staan. Ik begrijp het heel goed en vertel het volgende verhaal.
Je ziel leeft vele ontelbare levens om ervaringen op te doen. Voordat je naar aarde komt, maak je samen met je familie-zielengroep een plan. Een soort routekaart van wat je graag nog wilt leren. Iedereen in die zielengroep heeft je onvoorwaardelijk lief en wil je heel graag helpen om jouw plan te verwezenlijken. Ze zullen dan ook met je meegaan. Eentje zal bijvoorbeeld je moeder zijn en eentje je vader, maar ook die lieve buurvrouw of één van die vervelende leraren op school kunnen je helpen ondersteunen de juiste keuzes te maken. Daarbij wordt je ook ondersteund door je gidsen en je twee beschermengelen. Weet dat je nooit alleen bent! Er zijn altijd helpers om je heen die je ook kunt aanroepen in moeilijke tijden. Zij zullen je seintjes geven en adviezen. Soms door een liedje op de radio, soms door iemand op je pad te sturen die je helpt of andere signalen. Er zullen allemaal situaties op je pad komen, die jou gaan helpen om levenslessen te leren. Die lessen zullen niet altijd even leuk zijn, immers anders leer je er niets van. En je zult ook wel eens van je pad afdwalen naar een zijpaadje, maar telkens weer de keuze krijgen om terug te komen op het hoofdpad. Je kiest je eigen ouders, omdat je weet dat zij je precies in die situatie zullen brengen die jij nodig hebt. Je vader en moeder hebben ook hun eigen levenspad gekozen en dat is vervlochten met die van jou. Ze gaan alvast vooruit naar de aarde. Als het dan zover is, dat er een kindje gaat groeien in de buik van je moeder dan reis jij vanuit de lichtwereld zo nu en dan heen en weer via het lichtkoord. Dat loopt door in de navelstreng in de buik van je moeder. Je blijft er dan een poosje, maar je gaat ook wel eens weer terug naar de lichtwereld. Zo reis je in die negen maanden op en neer. Je kunt zo een beetje wennen aan je nieuwe jasje, je lichaam. Op het eind van de zwangerschap dan blijf je steeds langer bij je moeder, totdat je geboren wordt en door de sluier van vergetelheid gaat. Je weet niets meer van je routeplan en wat je op aarde komt doen. Zo leer je het best je levenslessen. En bij de geboorte daar gaat het wel eens mis.
In dit speciale geval van je niet thuisvoelen op aarde kan het volgende gebeurt zijn. Je bent dan waarschijnlijk te snel geboren of je wilde er juist niet uit. In het geval van een snelle geboorte wordt je overdonderd door de veel zwaardere trilling van de aarde dan dat je gewend was in de lichtwereld. Het voelt ook zo koud en kil aan, zo plots uit die warme buik van moeder. De navelstreng wordt doorgeknipt en je kunt niet meer terug naar de lichtwereld. Als je dan ook nog in het ziekenhuis bent geboren en voor onderzoek meteen bent weggebracht dan ontstaat er nog meer trauma. Je mist dan namelijk de warmte en liefde en het gevoel geborgen en veilig te zijn. In het geval van er niet uit willen komen, dan hebben ze misschien heel hard op je moeders buik zitten drukken of hebben ze de vacuümpomp op je hoofdje gezet en je eruit getrokken. Allemaal redenen om een trauma op te lopen en dat je je niet welkom voelt op aarde. Je zult zelf dit misschien niet allemaal bewust meer weten (hoewel sommigen dit wel kunnen), maar onbewust is er heel veel gebeurd en je lichaamscellen hebben al die gebeurtenissen opgeslagen in hun geheugen. Nu in je verdere leven kunnen bepaalde situaties je onbewuste celgeheugen aan het werk zetten en bepaalde emoties oproepen, zoals heimwee naar de lichtwereld, faalangst of andere angsten en je niet thuisvoelen.
Ook ben je vaak niet goed geaard en kan je bio-energie, de energiebubbel om je lichaam heen (je aura), uit evenwicht zijn of te open staan. Het heeft ook te maken met je chakra’s (energiecentra) in je lichaam die in onbalans of geblokkeerd zijn. Het te open staan van je 7e chakra (kruinchakra) en het energetisch koord vanuit je eerste chakra (je basischakra) naar je moeder toe. Een kind kan zelf nog niet aarden en doet dat tot zijn 11e-12e jaar via de moeder. Het koord wordt dan steeds dunner, totdat het loslaat. Als de moeder niet goed geaard is, is het kind dat dus ook niet. Ben je al volwassen en kun je nog steeds niet goed aarden, dan kan het zijn dat er iets mis is gegaan met het koord dat aan je moeders basischakra vastzit. In mijn praktijk help ik dan ook altijd moeder en kind samen en met energetische behandeling en Neuro Emotionele Integratie (NEI) help ik de blokkades in het celgeheugen te neutraliseren.
Wil je er meer over weten, inzicht krijgen in jouw situatie of met mij over je ervaring praten, bel mij dan op 06-29115607 of neem contact op via de mail.
Liefs,
Geertje